Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het jongenskamp (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het jongenskamp
Afbeelding van Het jongenskampToon afbeelding van titelpagina van Het jongenskamp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.21 MB)

Scans (26.85 MB)

ebook (4.67 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Illustrator

Walter Heichen



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het jongenskamp

(1915)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]


illustratie

Veertiende Hoofdstuk.
Oscar temidden der vijanden.

Na verloop van ruim anderhalf uur keerde Oscar in het kamp terug, waar Herbert hem met ongeduld opwachtte. In de slaapzaal waren alle jongens nog wakker, want ze wilden graag allemaal bijzonderheden weten omtrent de geheimzinnige vereeniging. Ze ontvingen hem met allerlei uitroepen van blijdschap en bestormden hem met vragen.

‘Zoo kan ik geen antwoord geven,’ sprak Oscar lachend, ‘als je kalm gaat zitten, zal ik alles vertellen, want het is heusch de moeite waard, om eens te hooren, hoe lief die kinderen daar spelen!’

‘Die kinderen?’ vroeg Bodo Kästner.

[pagina 142]
[p. 142]

‘Ja, hoewel ze nog beter ‘gekken’ genoemd konden worden. Maar ik zou vertellen! Nu dan, ik kom in het logement ‘De roode lantaarn’ en ik vraag aan zoo'n slungel van 'n jongen: Is hier ook iemand van de vereeniging ‘Doodshoofd?’

‘Wat moet je dan?’ vraagt-ie weerom.

‘Ik heb iets van het Jongenskamp te brengen.’

Daar kijkt-ie me van onder tot boven aan en zegt:

‘Nou geef dan maar hier!’

‘'k Denk er niet aan, ik geef het alleen aan den hoofdman van de vereeniging,’ zei ik toen.

‘Zoor Nou, voor mijn part! Er is juist vergadering. Kom mee!’

‘Was je niet bang, om je tusschen die bende te wagen?’ vroeg Fritz Fiddicke, ‘ik voor mij zou al blij geweest zijn, dat zoo'n gevaarlijk stuk papier goed en wel uit mijn handen was.’

‘Ik geloof je best, Fritsje,’ lachte Oscar, ‘maar ik was toch werkelijk niet bang, en wanneer ze me iets hadden willen doen, had ik mij pootig verdedigd, dat wil ik je wel vertellen! Enfin - die pummel brengt me een keldertrap af en tusschen stapels leege biervaten door komen we in een oude, afgedankte kegelbaan. Aan 't eind daarvan zegt de knul: ‘Even wachten.’ Hij gaat een donker portaaltje in en klopt aan een

[pagina 143]
[p. 143]

deur, die dadelijk geopend wordt. Ik behoef niet lang te wachten. De jongen komt terug en zegt:

‘De audiëntie is toegestaan.’

‘Zoo?’ zeg ik. ‘Dat is een genadige onderscheiding, die me te beurt valt!’

Ik loop achter hem aan en zie op de deur een doodshoofd, met krijt geteekend. Toen gaat de deur open en ik zie niets anders dan een dikken walm van rook en een flauw brandende petroleum-lamp. Je kon dien rook wel snijden en daarom duurde het een heele poos, eer mijn oogen aan dien sluier gewend waren. Eindelijk kan ik de leden van de bende onderscheiden. Hahaha! Het zijn allemaal leerjongens, die een groot spektakel maken en geen duit waard zijn. Ze zitten meerendeels op leege vaten aan een groote, ruwe tafel, en ieder heeft een glas bier voor zich en een sigaar of pijp in 't hoofd. Bah! Wat een lucht! Sommigen zitten te kaarten en anderen hangen lui en liederlijk over de tafel en praten den grootsten onzin. In een hoek zit een clubje en luistert naar het voorlezen van een detective-roman, je weet wel, zoo'n vod van 'n paar pfennig. Maar nauwelijks zien ze mij, of de heele vergadering komt in beweging. Het lijkt wel, of ze mij allen te lijf willen, maar opeens roept een stem:

[pagina 144]
[p. 144]

‘Stilte! Het leven van een parlementair is onschendbaar!’ En ze houden allemaal hun mond. Ik kijk naar den kant, vanwaar deze stem kwam en zie aan het einde van het gewelf een soort troon, gemaakt van een paar kisten, waarop de gekken een ouden leuningstoel gezet hebben. Nu brengt mijn geleider mij naar een klein tafeltje, waar drie jongens elkander log en droomerig zitten aan te staren. Ik zie dadelijk, dat zij te veel bier gedronken hebben. Een er van kijkt mij opeens met groote oogen aan en roept dan zoo hard mogelijk:

‘Mannen, broeders! Weg met heeren en meesters!’ Dat kereltje was Fedor, die leerjongen bij mijn vader is. Maar toch begrijpt hij niet, wat ik daar kom doen, daartoe is hij te beneveld. Mijn geleider vertelt hem echter, dat ik het antwoord van het Jongenskamp kom brengen en toen trekt-ie de pet van het ongewasschen hoofd en schreeuwt met zijn dronken stem:

‘Mannen broeders! Weg met het Jongenskamp! Weg met de jongens, die daar heer en meester zijn!’ Hij kijkt dan sufferig in het rond en zegt:

‘Is er al antwoord?’

‘De bode wacht hier!’ schreeuwt een ander hem in het oor, dien ik dadelijk als Albin den slagersknecht, herken.

[pagina 145]
[p. 145]

‘Waar?’

‘Hier staat hij.’

Fedor kijkt mij aan, maar nauwelijks herkent hij in mij den zoon van zijn patroon, of hij verbleekt en stottert:

‘Pas op, als je m-mij verraadt!’

‘Leidt mij - n-naar - d-den - tr-r-roon,’ lalt de dronken hoofdman en de twee anderen voeren zijn commando uit. De overige leden van de bende komen allen naderbij en kijken mij met dreigende blikken aan.

‘Bode van het Jongenskamp! Uw antwoord!’

‘Hier is het!’ zeg ik en geef hem onzen brief.

‘Luitenant Heinrich! Voorlezen!’

Jullie hadt nu eens moeten zien, welk een woedende gebaren de heele bende maakte, toen ons antwoord voorgelezen werd. ‘Dood en duivel! dat eischt bloed!’ roepen ze en willen mij weer te lijf.

‘Stilte! Hem mag niets gedaan worden!’ roept Fedor.

Morrend steken ze de vuisten in hunne zakken en kijken allesbehalve tevreden naar mij.

‘Luitenant Heinrich! De lijsten hier!’

Daarop haalt de lange Heinrich een smerig, dik boek uit een haveloos kastje en legt dat op het tafeltje.

[pagina 146]
[p. 146]

‘Sla eens op,’ commandeert Fedor. ‘Herbert Kraft.’

De lange Heinrich slaat eenige bladen om, die er zoo smerig uit zien, dat ik er vies van word, en leest dan hardop:

‘Kraft - Herbert - viel in Januari een lid onzer vereeniging aan en gaf hem een slag op de wang - een kruis - werd daarop des Zondags door twee leden aangegrepen, wierp hen beiden in de straatgoot - een dubbel kruis. - Had in April een vechtpartij met Albin, waarbij Albin beide oogen blauw geslagen werden - een driedubbel kruis!’

‘Goedgekeurd!’ roept de hoofdman. ‘De dag der wrake nadert! Sla op: von Werthern - Joachim.’

De lange Heinrich bladert verder en leest:

‘Von Werthern - Joachim. Antwoordde aan twee leden, die hem een eerlijke vechtpartij aanboden, dat hij zich de handen niet wou vuilmaken - een kruis. Werd daarna op straat door ons aangeroepen en slingerde drie van onze leden in een vuilnisbak - tweede kruis. Verklaarde een andere maal, dat wij allen lummels in zijn oogen zijn! - Derde kruis!’

‘Goedgekeurd!’ mompelt de hoofdman. ‘Het zwaard hangt boven zijn hoofd!’

[pagina 147]
[p. 147]

‘Sla op - Polterich, Oscar!’

En de lange Heinrich leest:

‘Polterich, Oscar. Werd op een keer door vier leden aangegrepen en geslagen. Ontmoette er den volgenden dag een van en sloeg hem tegen de straat. - Een kruis. Vertelde later aan zijn vader, dat Fedor een vriendje van hem geslagen had, waardoor Fedor door zijn patroon ruw behandeld is - tweede kruis!’

‘Schrijf verder!’ roept Fedor. ‘Was de overbrenger van het smadelijke antwoord van het Jongenskamp op onze ridderlijke oorlogsverklaring - derde kruis. Goedgekeurd! Hij zal zijn straf niet ontkomen! Afgezant! Op 't oogenblik zijt gij onschendbaar, maar weest voorzichtig! Gij staat op de zwarte lijst van onze vereeniging. Waar gij gaat of staat, daar loert de vijand op u.’

Ik haal mijn schouders op en antwoord niets.

‘Er staan hier nog veel anderen in dit boek, meer of minder zwaar aangeklaagd dan gij!’ bazelt Fedor verder, ‘maar wanneer wij in het Jongenskamp komen, zullen wij onze mannetjes weten te vinden!’

‘Ik heb jullie ons antwoord gebracht,’ zeg ik hem, ‘en je hebt het gelezen. Heb je nog wat te

[pagina 148]
[p. 148]

zeggen? Ik mag hier niet langer zijn dan noodig is.’

‘Natuurlijk! Het ruikt hier een beetje naar bier en tabak,’ grijnst de hoofdman, ‘en een beetje naar mánnen. Dat kan zoo'n zacht jongetje niet verdragen, het slaat hem in z'n ingewanden. Breng hem weg, Arthur.’

Ik geef den pummel natuurlijk geen antwoord en laat mij door mijn geleider weer naar buiten brengen. Ze laten mij ongedeerd heengaan, maar juist, als de jongen met mij bij de keldertrap is, geeft hij mij een stomp in den rug. Ik laat me natuurlijk niet onbetuigd, draai me om en als ik het wèl heb, staat zijn neus nu een paar centimeters meer naar links. Ik loop snel het logement uit, en zooals je ziet, ben ik behouden en wel hier aangekomen.’

De jongens hadden Oscar's verhaal met levendige belangstelling aangehoord. Toen Herbert's zondenregister voorgelezen werd, zei deze in zichzelven:

‘Dat komt uit! Maar het is nog niet volledig.’

Ook Joachim von Werthern amuseerde zich kostelijk met hetgeen hem ten laste was gelegd.

‘Ze hebben dus verder niets gezegd?’ vroeg Herbert. ‘We weten dus niets omtrent het uur van hun komst. Laten we vanaf morgen op onze hoede zijn.’

[pagina 149]
[p. 149]

Intusschen had Joachim von Werthern Werner Heinemann terzijde genomen.

‘Stuur je negerjongen met den ezelwagen naar de stad,’ zei hij, ‘en laat aan je vader vragen, of hij de groote waterslang met de straalpijp aan Bob wil meegeven. We zullen die goed kunnen gebruiken!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken