Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Meidroom (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Meidroom
Afbeelding van MeidroomToon afbeelding van titelpagina van Meidroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (3.21 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Meidroom

(1912)–C.S. Adama van Scheltema–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vijfde tooneel

De man stut zich nu, iets achterover leunend, op den rechterarm, terwijl de vrouw, zich voorover naar den stoet buigend, in zijn schoot glijdt en zich daar overheen op den linkerarm steunt, met het hoofd aan zijn borst rustend. - Uit het gewas op het rechter-voorplan komt, als twee elkaar volgende paren, het kwartet van DE GEHUWDEN, gekleed in losse, om de heup gegorde gewaden van paarse kleur, met bruin geboord en met enkele roode bloemen getooid, de mannen zonder baard. Zij dansen den stoet voor met ieder een schaal vol donkere bloemen in de beide handen. - Dadelijk achter hen komt Mei met drie paren gehuwden, in lichtbruine gewaden, met paars geboord en enkele witte bloemen getooid, de mannen gebaard, die aan groen-omloofde koorden een groot nest spelenderwijze voorttrekken. Mei voorop houdt enkel met de linkerhand het meest rechtsche en langste koord, - de gehuwden hebben om en om, een telkens korter koord, dat zij met de rechterhand op den rechterschouder houden en met den linkerarm achter zich omstrengelen. - Het kwartet schaart zich paarsgewijze vóór den heuvel naast elkaar, doch zoo, dat de middelste vrouw en man iets vóór het uiterste paar staan.
 
DE GEHUWDEN
Het kwartet, zingend
 
Wij zijn 't gewas van wijder hemelstralen,
 
Van hooger zon,
[pagina 21]
[p. 21]
 
Die tot den bodem van ons hart kwam dalen -
 
Zoo brengen wij u boordevolle schalen
 
Dier levensbron.
Zij nemen de bloemen van de schalen, die met licht-uitstralende kristallen gevuld zijn, en drukken zich de bloemen als een krans om het hoofd.
 
Wij zijn 't, die na de wemelende slagen
 
Van 't morgenuur
 
Als zegen der doorgloeide levensdagen
 
Van de'ochtend in den milden middag dragen
 
Dien schat van vuur.
Zij knielen vóór den heuvel en zetten de schalen neer.
 
Ons, die het eigen duizendvoudig bouwen
 
Uit de aarde hief,
 
Ons zijn de zonnetrillende landouwen,
 
Ons is het scheppen - ons het blijde aanschouwen
 
Van 't leven lief!
Bij den tweeden regel van het laatste couplet rijzen zij weer op, waarna zij bij de dan volgende regels de armen wijd uiteenslaan, om ze bij de laatste woorden vóór zich te vouwen. - Het laatste couplet wordt dan door de andere paren als koor herhaald, waarna het kwartet zich achter de schalen en dichter bij den heuvel schaart, en Mei tusschen het kwartet en het koor naar voren treedt, terwijl hij aan de naast hem staande vrouw zijn koord overgeeft.
 
MEI
sprekend
 
Over heindeverre weiden,
 
Onder hemelhooge luchten,
 
Duiken, schuilen zachte nesten,
 
Wuiven nesten heen en weder,
 
Wuiven, wuiven zij hun teeder
 
Broedsel tusschen aard en hemel.
[pagina 22]
[p. 22]
 
Over wuivend verre weiden,
 
In de zee van wind en luchten,
 
Stijgen, duiken vlugge vogels,
 
Duiken, duiken zij ter neder,
 
Brengen voedsel voor hun teeder
 
Broedsel tusschen aard en hemel.
 
 
 
Over waters, over weiden,
 
Door de nevelverre luchten,
 
Varen stadig vluchten vogels,
 
Vaart hun, vaart hun zacht geveder
 
Naar het wachtend, wazig teeder
 
Einde tusschen aard en hemel.
 
 
 
Over heindeverre weiden,
 
Onder hemelhooge luchten,
 
Daalt het, daalt het zacht geveder,
 
Daalt het uit de nesten neder,
 
Daalt ter wereld al het teeder
 
Broedsel tusschen aard en hemel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken