Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roman van Heinric en Margriete van Limborch (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch
Afbeelding van Roman van Heinric en Margriete van LimborchToon afbeelding van titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.64 MB)

Scans (28.63 MB)

ebook (4.60 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Editeur

Th. Meesters



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roman van Heinric en Margriete van Limborch

(1951)–Hein van Aken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

Boek VIII

31-32ontbr. in A.
35naast 34 in marg. toegev.
51ontbr. in A.
61Na 61 heeft A:
Groet alse een maeteliic oven,
Siin haer op siin hoet boven
Was harder dant stalen ware,
Sine oeren waren oppenbare
Fol. 100a, 100b. Uitg. V.d.B. 64-148.
70Wael xl roeden, A .XX. ossen.
97De, A Si.
122Ene, hs. Ende.
Fol. 100c, 100d. Uitg. V.d.B. 149-238.
157Schoet, A Stont,
171Want, d.i. zodat.
184Na 184 heeft A:
Doch reden si ene weke
Ende noch .II. daer toe
Eer siere quamen doe.
187bereiden, lees: berieden. Vgl. 197.
198wartzman, d.i. verkenner. (Verdam IX kol. 1767
202sonnen gereden, A sonnenscede
Fol. 101a, 101b. Uitg. V.d.B. 239-320.
239tot en met 242 ontbr. in A.
248ontbr. in A.
264bekompt, t boven toegev.
265lovedent, hs. louedent, op de u 2 puntjes.
267die hon seeden, A diet hem seide.
272hadden horen, A af hadden vernomen
Fol. 101c, 101d. Uitg. V.d.B. 321-405.
329wyssen, A witen,
344tot en met 346 luiden in A:
Dus selen wi saen weten hoe
Striden ende hare volc daer laten;
Enichsins moeten wise maten;
353Dan en, A Dat.
362luidt in A:
Ende hebben hem gheteghen an
368verdou[w]en, hs. verdouven.
372gesien, A ghesent.
382luidt in A:
Diere wert qualiic tliif genomen
396luidt in A:
Ende hi soudu here bringhen
403wir, A hi.
Fol. 102a, 102b. Uitg. V.d.B. 406-487.
409g[e]sacht, hs. gasacht.
412[bas], hs. b met de aanzet van een a.
414lichtlichen, lichterlichen (?) Boven de t staat het afkortingsteken voor -er.
429Want, hs. Wait, boven ai staat het horizontale streepje voor n.
454Die ich, A Dat hi.
476[O]ff, hs. Aff.
Fol. 102c, 102d. Uitg. V.d.B. 488-572.
494luidt in A:
‘Laet ons hier comen (lees: tonen) noch heden,
497gevaen, gevoen (?)
518lägen, A loghene.
552Vgl. 1720, IV 748.
556sij, boven toegev.
559Na 559 heeft A:
Demophon seide: ‘opdat ic riepe
Helpe, ghine spaert mi niet;
572[sal], hs. als.
Fol. 103a, 103b. Uitg. V.d.B. 573-650.
611ontbr. in A.
618Echites, voluit met kleine letter.
631lieke, licke (?)
Fol. 103c, 103d. Uitg. V.d.B. 651-730.
670Echites, voluit met hoofdl.
671ungeloven, hs. ungelouen, op de tweede u 2 puntjes.
703Echites als in 670.
706Echites als in 670.
Fol. 104a, 104b. Uitg. V.d.B. 731-814.
782luidt in A:
Om pays ende om vrede,
[pagina 27]
[p. 27]
Fol. 104c, 104d. Uitg. V.d.B. 815-901.
818den coninc, A dat volc.
820sijns volcks, A sine liede.
832Na 832 heeft A:
Ende te voet .L. dusent nochtan,
834besondert, d.i. afzonderlijk.
836unmennen, A om winnen.
843luidt in A:
Bekint es, vrouwe van Pauca,
851Na 851 heeft A:
Ende ghemac heeft die cornuut,
835-875-879-886-892-896zijn de 2 puntjes, waar de cijfers tussen staan, in rood.
Fol. 105a, 105b. Uitg. V.d.B. 902-992.
908tot en met 911 ontbr. in A.
913Na 913 heeft A:
.XLM. brachter Gavelee
Metten coninc van Philee.
Van Ysaria quamer daer
Metten coninc Nilus, dats waer,
Die stout waren ende vroet;
God gheve haer allen de woet!
930Marttam, A Met hem.
940Bij het getal is een boven toegev. m doorgeh. en vervangen door c.
948Na 948 heeft A:
Van Fortunata die coninc Alans
Brachter .LM., hordic ghewaghen,
Die noit vernoyen en saghen,
Want hets geluckich sere,
Ende si en ontsien niemen mere
Dan haren coninc enten soudaen,
Hem soe siin si onderdaen.
957Boven de m, die naast het cijfer staat, is een o geschreven. A heeft .CCCM.; ver[m]etten, hs. vernetten.
959Na 959 heeft A:
Als ic in den Walsche becande,
975eyn, boven toegev.
981geesten, A beesten
906-910-931-940-944-957-968zijn de 2 puntjes, waar de cijfers tussen staan, in rood.
Fol. 105c, 105d. Uitg. V.d.B. 993-1070.
983Na 983 heeft A:
Van Tibarindi die coninc Tibar
Brachter .xx. dusent daer,
Dese nemen haren vader ouden
Ende hanghense met groter vrouden,
Ende singhen hem sine vlede (l. ulede = uutlede)
Met groter joyen ende met spele.
Van Caspie die coninc Cadol
Brachte daer ghewapent wel
.x. dusent ende oec viere;
Dese worpen vore die diere
Hare oude volc, seit men mi;
Soe doen die van Capturi,
Die daer brachten .xM. man
Met haren coninc Laboram.
1018tot en met 1035 ontbr. in A, behalve 1030 en 1031, die in A volgen na 1017.
1048Na 1048 heeft A:
Ende sende al omme, die jonfrouwe goet.
1005-1012zijn de 2 puntjes, waar de cijfers tussen staan, in rood.
Fol. 106a, 106b. Uitg. V.d.B. 1071-1150.
1090De punten, waar het cijfer tussen staat, zijn in rood.
1096groet, r boven toegev.
1106uusser-mäissen, hs. wsser mäissen.
1110Tussen was en wijs is doorgeh. slecht ind.
Dit vers luidt in A:
Hare vorhoeft slecht oft ware
1111Gepaliert, d.i. gepoliert, gepolijst, glad (Verdam II kol. 1471). Vgl. Boek X aant. 235,247.
1131ontbr. in A.
1132Na 1132 heeft A:
Van Morrea, des siit wiis
1140Na 1140 heeft A:
Dies si hare sere vermeet.
Fol. 106c, 106d. Uitg. V.d.B. 1152-1233.
1147oen. Vgl. VII 959, VIII 809, 1643.
1195Voel zu harnesch, A Wel te hernasch.
1200Na 1200 is in het hs. 1197 herhaald en in rood en zwart doorgestreept. Het enigste verschil is, dat in 1197 staat die stede en hier der stede.
1203misvrouwen, misvreuwen (?)
[pagina 28]
[p. 28]
Fol. 107a, 107b. Uitg. V.d.B. 1234-1315.
1242Zie aant. boek V 329.
1253Na 1253 heeft A:
Tlanghe ligghen vroemt ons twint.
1266Mit, A Moet.
1288mich, boven toegev.
1301gelait, A geseit.
1303tot en met 1305 luiden in A:
Nu ontfa ic sinen pant
Alse te verwerne miin lant,
Ende houde ghestade uwe waert.’
Fol. 107c, 107d. Uitg. V.d.B. 1316-1401.
1311Na 1311 heeft A:
Woudi hem gheven nu die ere.
Fol. 108a, 108b. Uitg. V.d.B. 1402-1485.
1462luidt in A:
Ende seiden haren coninc
Fol. 108c, 108d. Uitg. V.d.B. 1486-1566.
1505luidt in A:
Die hem herde sere wach;
Fol. 109a, 109b. Uitg. V.d.B. 1567-1648.
1554kindt, kandt (?), kondt (?)
1602luidt in A:
Vergadert der werelt edelhede,
Fol. 109c, 109d. Uitg. V.d.B. 1649-1736.
1640Na 1640 heeft A:
Soe moeste mi te rechte haten
1673-1674luiden in A:
Danc moeti hebben uwer onste,
Maer gherne waric, opdat ic conste,
1675darwert int/lant, A daer na mi langt,
1678haven, honen (?); ich uch haven, A mi dwoenen
1679luidt in A:
Hier verwast met u heren,
1685haet ir, boven toegev.
1704Na 1704 heeft A:
Ic saelt doen soe ic ierst mach.’
Echites ontboet op dien dach
Fol. 110a, 110b. Uitg. V.d.B. 1737-IX 56.
1733overtellich.Vgl. VII 886.
1741frünt, de 2 puntjes staan op de n.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken