Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlands displegtigheden. Tweede deel (1732)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlands displegtigheden. Tweede deel
Afbeelding van Nederlands displegtigheden. Tweede deelToon afbeelding van titelpagina van Nederlands displegtigheden. Tweede deel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.67 MB)

ebook (5.02 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/culturele antropologie-volkenkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlands displegtigheden. Tweede deel

(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 225]
[p. 225]

Kapittel XV.

Verhanzen. De Hensbekers, en onder deze de Hensbekers der Hooge Heemraadschappen in Holland, in 't byzonder van Rynland, Delfland, en Schieland, die genaamd zyn Koning Willem, Aalbert van Beyeren, Floris de V., enz. De Hensbeker der onzigtbaaren. [Vannen, de Van-beker, en Vantyd. Onderzoek na den oorsprongk dezer benaamingen. Verscheide gissingen desaangaande. Beteekenis van VAN, FAN, en BAN, in 't Alemansch, en van fanden in 't Friesch, en Sikambersch. Besluit.]

i. Hoewel de Hens, of Hans-beker, en het Verhanzen, en drinken van zekere voorwaarde daar uit, by veelen genoeg bekend is; zoo is egter meestal on-

[pagina 226]
[p. 226]

bekend deszelfs oorsprongk, en waare beteekenis.

ii. In onze oude taal beteekend Hens, en Hensigt Ga naar voetnoot1 zoo veel als handgift, en Hensigten, handgift geven, dat is, de eerste koopmanschap op een dag doen, en de betaling ontfangen: welk woord handgift niet dan al te wel bekend is by de Hollandsche Koopluiden, en winkelieren.

iii. Gelyk ook het woord Hans by de oude Engelsaxen, en Gotten beteekende, een makker, medgezel, amptgenoot, en zulken, die lots gemeen zyn met die geenen, met welke zy in een Verbond, of Staat zyn, of eene zelve waardigheid, of bediening waarnemen, en bekleeden; en beteekend vervolgens Hanzè een Maatschappy: Waar uit overgebleven is de benaaming van de Duitse Hanzèe Steden, zynde zoodaanige Steden, die in een Verbond, en

[pagina 227]
[p. 227]

Maatschappy met den anderen staan, en handelen: en vervolgens, wanneer iemant, of eenige stad, of plaats in deze gemeenschap wierd aangenomen, zoo wierd gezegt, dat hy of zy, zyne of haare hanzè gewonnen, [dat is, deel aan de Maatschappy verkregen] hadde.

iv. Uit de beschryving van welke beteekenis ligtelyk kan worden begrepen, dat door Verhanzen, en den Hens-, of Hans-beker zekere Lots-, Staats-, of Bedienings-gemeenschap word ondersteld, en te kennen gegeven:

Het blykt naamelyk, dat by alle openbaare Vergaaderingen, en Kollezien Ga naar voetnoot2

[pagina 228]
[p. 228]

van ouds een groote beker berustte, dienende tot geen ander einde, nog hebbende geen ander gebruik, dan om den genen, die in de zelve vergaadering, als een medelid, of amptgenoot wierd aangenomen, tot een teeken zyner inlyving in dat gezelschap, en om te betuigen een onderlinge gemeenschap, liefde, trouw, eendragt, broederschap, en lotgemeenschap onder den anderen, den zelven beker te doen uitdrinken.

Om deze reden word ook deze plegtige gebruikelykheid uitgedrukt met het woord Verhenzen, [of Verhanzen] waar mede de Inhulding in dat gezelschap, en, ten openbaaren blyk van dien, het drinken van dien beker word beteekend.

vi. Ten dien einde worden nog in de Gemeenschappen gevonden zoodaanige, op gemeene kosten gemaakte Drinkvaten, of Kroezen, 't zy van goud, zilver, of kristal; met veel konstig gedrevene, of gegraveerde Beelden, en in het byzonder met het wapen van het Genootschap, en dragende den naam van den eersten instel-

[pagina 229]
[p. 229]

ler van dien. Zoo worden in de Vergaderingen der Wel Edele Heeren Dykgraven, en Hooge Heemraadschappen onzes Lands, gezien zoodanige Hensbekers, den naam dragende van een van de Graaven, of Princen dezer Landen, als erkend voor de eerste Instelleren der zelve.

vii. Het Hooge Heemraadschap van Rynland heeft tot hunnen insteller Koning Willem, door wien het zelve in 't jaar 1253 is opgeregt; en tot hunnen Hensbeeker een schoonen kristallynen kop, geheeten Koning Willem, op welken de vermaarde Digter, en glas-schryver, Willem van Heemskerk, met het stift van een diamant, door zyne wakkere, en konstige hand behandeld, heeft geschreven met zeer cierlyke letteren deze zeer nadrukkelyke, en op den naam zeer aardig speelende woorden:

WEL HEM, DIE WEL WIL!

Van dezen beker van Rynland, en het plegtig drinken uit den zelven, getuigd de meergemelde S. V. Leeuwen, in zyn

[pagina 230]
[p. 230]

voornoemd Batavia, met deze woorden: Gelyke manier van doen is by het Kollegie van de Hooge Heemraaden van Rynland, in Holland; onder welke, als iemant nieuw aankomt, of anderszins by haar ter maaltyd komt, die daar nooit meer geweest is, de zelven een doek word omgedaan, en een groote kop met melk-pap voorgezet, die hy, tot een teeken van hunne voorzorge der weilanden, en onderhoud der melktebeesten, moet uiteeten, en daar op een groote kop met wyn, dien zy Koning Willem noemen, om dat hy haar van Koning Willem, zoo men zeid, vereerd is, moet uitdrinken.

viii. Dus verre deze Schryver: die zeer wel te pas hier by voegd de woorden; zoo men zeid: alzoo deze Drink-kop niet van Koning Willem, als een vereering, afkomt; maar naar hem, als den insteller van dit Edele gezelschap, en van het Heemraadschap, of den Heemraad van Rynland, genaamd is; gelyk niet alleen blykt uit de benaamingen der hens-bekeren van andere Land-, en Heemraad-

[pagina 231]
[p. 231]

schappen, maar ook uit den kop zelfs, die niet minder dan naar den ouderdom, en het maaksel van die tyden is zweemende: als aan allen ooggetuigen, die de oudheidkunde maar van den eersten drempel begroed hebben, kennelyk is.

ix. Zoo hebben ook die van Delfland Ga naar voetnoot3, Hertog Aalbert van Beyeren.

x. En die van Schieland, Graaf Floris den V., en andere Hooge Heemraadschappen weder andere Graaven dezer Landen tot hunne instellers, en vervolgens tot de benaamingen van Hunne Hensbekeren in gebruik.

[pagina 232]
[p. 232]

[xi. Zynde den Hensbeker van het H. Heemraadschap van Delfland genaamd Aalbert van Beyeren, en den Hensbeker van het Hooge Heemraadschap van Schieland, Graaf Floris.]

xii. En word zelfs deze benaaming van Hans, of Hens, en wel in deszelfs voorgemelde volle beteekenis, nog hedendaags gebruikt, wanneer de gezondheid van een zwangere vrouw, en die van haar ongeboore vrugt, gedronken word, onder de alombekende spreekwys van

Hansje in de kelder.

Dat is van den genen, welke niet alleen medgezel, maar met de moeder vereenigd, en lotgemeen, dog als nog verborgen, en onzigtbaar is; waarom ook sommigen onzer tydgenooten, toeleggende om wat nieuws uit te vinden, en ter baan te brengen, in plaats van het oude versleete spreekwoord van Hansje in de kelder, invoeren willen, te drinken [op zyn Frans: à la santè des invisibles, d. i.] de gezondheid van de onzigtbaare.

[pagina 233]
[p. 233]

[xiii. En zou dus deze beker, volgens den aart en kragt des ouden woords, onderscheids halven, den naam konnen dragen van den Hans-, of Hens-beker der onzigtbaaren.]

[VAN DEN, VANTYD, EN VANDBEKER.]

[xiv. Terwyl hier nu zoo even gesproken is van het gebruik, en de beteekenis van den hensbeker. En zelfs van dien hans-, of hens-beker, waar mede de onzigtbaare als worden verhanst, of verhenst. Zoo schynt hier bygevoegd te mogen worden het gebruik van 't Vanden, en den Van-beker, en een onderzoek na de reden van deszelfs benaaminge; als welke Van-beker gebruikt word, wanneer die gemelde onzigtbaare verhansden, zigtbaar zyn geworden door een gelukkige geboorte.]

xv. 't Is naamelyk een zoo oud, als bekend gebruik in de Nederlanden, dat de kraamvrouwen, nevens haare jonggeboorene van eenige haarer vriendinnen be-

[pagina 234]
[p. 234]

zogt wordende, zekeren beker, of thans een bokaal, meestal met Rynsen wyn, waar aan kaneel, nog zuiker ontbreekt, voorzien, aan de zelve vrouwen, van welke zy bezogt worden, aanbieden, en rond gaan laten: welke gemeenelyk genaamd werd de Van-beker: gelyk de verscheide agtereen volgende dagen van zoodanigen bezoek de Van-tyd,

xvi. Dog, wat de reden, en oorsprong aangaat van deze benaamingen, de zelve schynen niet volkomen zeker:

Wil men 'er egter iets van gezegd hebben, we mogen 'er slegts eens na raaden. Zouw Van-tyd wel wan-tyd willen zeggen, d. i. een tyd, die met vana, en ydele, of onnutte zaaken word doorgebragt?

xvii. Of zouw Van-beker wel zoo veel zyn, als wan-beker, die dikwils wan, d. i. ledig gemaakt word?

xviii. Of zouw de Van-beker zoo genaamd zyn voor vein-, of vent-beker, dat een jongelings, of kinder-beker zouw konnen beteekenen? Immers Kiliaan zegt: Vent is veyn, juvenis, adolescens, puer. dat is, jongeling, jonge.

[pagina 235]
[p. 235]

xix. Of zouw dit beter bykomen?

VAN beteekend, in 't Alemannis, of Frankis, het zelve als FAN, en BAN, en wel en windsel, fascia, in 't algemeen.

Waar van komt fanen, fanden, d. i. inwinden, involvere. En by de Gotthen beteekende fanins, windsels, zwagtels, panni. Zoo zegt Otfridus, III. 24. 204. van den opgewekten Lazarus, Joh. XI: 44.

 
Mit lachanon biuuuntan
 
Joh fanon so gibuntan.

Dat is:

 
Linteis involutus,
 
& fasciis sic ligatus.

Dat is:

 
Zoo met windselen bewonden,
 
En met zwagtelen gebonden.

Fana beteekende ook een stuk fyn lywaad, een tafellaaken, enz. Sindon, mappa. du Fresne Gloss. p. 291. en Fano, Sax. pane, een vendel, windsel, zweetdoek, enz.

[pagina 236]
[p. 236]

Zie Spelmanni Glossar. in Fano. En, gelyk dus Fan en Van in 't algemeen beteekend allerlei windsels, die wederom verscheide benaamingen krygen, na de hoedanigheden of eindens van der zelver gebruik, als by voorbeeld, van grafdoeken aan lyken, zwaktels, en luieren aan kinderen, enz.; zou zoo ook dienvolgens de Vantyd, als by uitnemendheid, den zwagtel-, of baaker-tyd niet konnen beteekenen? enz.

xx. Indien de voors. gissingen nog niet voldoen, zie de volgende: Schilterus, die meend, dat, gelyk als van Fana fanden, en fanen, komt, men zoo ook daar moet t'huis brengen Vanden, 't welk, volgens Kiliaan, by de Friesen, en Sikambren beteekend een zieken te bezoeken. Van waar het komt, zegt de zelve Schilterus, dat, als de Bremer-vrouwen de kraamvrouwen bezoeken, zy dit noemen vandelen. Schilteri Glossar. Teutonic. in VAN, & BAN.

xxi. Het zelve schynt men op de Hollandse, en Nederlandse vrouwen, en hun Vannen, en Vantyd, of Vanden, en Vand-tyd te konnen toepassen.

[pagina 237]
[p. 237]

xxii. Zoo dat dan Vantyd, of Vand-tyd, zou zyn de tyd, waar in de vrouwen gewoon zyn te vanden, of vandelen, dat is, de kraamvrouwen te gaan zien, vinden, en bezoeken. En de vand-beker, of -bokaal, de beker, of bokaal, die daar in den vandtyd gebruikt word, en gedronken op de spoedige herstelling der kraamvrouwe, en het groeijen en bloeijen van den jonggeboorenen.

Dog al genoeg van deze kinder-plegtigheid.]

voetnoot1
Ook anders genaamd ansighte, en hendsgichte, waar van af komt, of waar mede ten minste overeen stemd het Engelse woord hansel, dat is, handgift. Zie Kiliaan.
voetnoot2
Hier van getuigd Mr. Simon van Leeuwen, in zyn Batavia Illustrata. I. d. 7. hoofdst. § 50. aldus: ‘Zoo is 'er nog een manier, en gast-wet onder de Duitschen, dat iemant, die voor de eerstemaal op een plaats, of in een vergaderd gezelschap komt, daar hy nooit in, of by geweest is, een groot glas, of kroes hem word toegeschikt, die hy moet uitdrinken, dat men verhensen, of verhansen noemt, dat is, in dat gezelschap, of genootschap aangenomen worden, gelyk men den kop, of kroes, een hensbeker noemd.’
voetnoot3
Van den Hensbeker, Aalbert van Beyeren, hebben we dit getuigenis: Dat de Bailliuw, en Hooge Heemraaden van Delfland, hebbende verkregen van Hertog Aalbert van Beyeren in 't jaar 1391 het Handvest van de instellinge van hun Kollezie, en des zelvs Wetten en Ordonnantsien, ter onsterfelyker gedagtenis, de gewoonte onderhouden hebben, van een ygelyk, de eerstemaal, met haar ter maaltyd komende, te doen verhenzen uit een grooten gulden kop, daar toe gemaakt, en den naam van dezen Hertog voerende. Zie den Burgemr. D. V. Bleiswyk, in zyn Beschryvinge van Delft, bladz. 557.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken