Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–<Wondsdach> den 27en Septembris 1553.Synt Borgemeesteren ende Raedt mitten Taelmans van de Gheswoeren Meente ende de Bowmesters van den ghylden eendrachtlick overdraghen, dat beneffens den placcaete van den 20en penninck van alle waeren ende van elck schyp, den van Overemden tobehoerende, 25 karolus gulden, van iider osse ende andere beeste, den van Overempden tobehoerende, de binnen der stadtsjurisdictie ende ghebiede sullen bevonden worden, een schaep boven de ghewoentlycke tollen als een contratoll upghenomen ende ontfangen sullen worden achtervolghende de breven van placcate ende den octroy van datum 1552, den 17en Februari daerinne van Keys. Majt. onsen aldergenedichsten heer gegunt ende g<enedichlick> geaccordeert. Dyt sulve durende van datum als boven wes up Myddewynter naestkomendeGa naar voetnoot3). |
|