Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 15 Martii 1555.

B. ende R. sampt T.B. ende S.M. beraedtslaget ende besloten, dat geen borger na desen daghe sall angenomen moegen worden, offte he sall borge stellen, dat sijn guedt hundert goltgulden weerdich sijn sall; daertho sall iider dubbelt gelt voer de borgerschap na desen daghe in des rentemeesters handen entrichten ende betalen, naemptlick 8 philips gulden.

Oeck beraedtslaget, off men to hove een propijn wolde etzlyke heren ende vrunde presenteren¹⁾.

1) Over een bezending naar het Hof, zie de oproeping van een deel der gedeputeerden van Stad en Lande aan de medegedeputeerden (de abt van Aduard, van Selwert, Joh. van Euwsum, heer Wigbolt van Euwszum, Allert Gaykynge en Coppijn Jarghes) om a.s. woensdag te 8 uur in het rechthuis te willen verschijnen. In dorso door Alting geschreven: Vrundtlijke verdaginghe der gedeputeerden. Reg. Feith 1555 nr. 110.