Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Dingesdages den 26 Martii 1555Ga naar voetnoota).Hebben B ende R. van desen dach een maent lanck heer Petro Busch tijt vorgunt, umme sijn guedt tho gelde tho maken, bij also dat he in sijn huys sall blijven ende gantz geen karckendeenst doen ende daernae des erb. Rades kenninge sunder vertreck naegaen ende achtervolgen. B. ende R. hebben den amptmanGa naar voetnoot2) Berneer Jarges in bevell gedaen, upsicht te hebben up den Overeemschen, die schapen angaende uuth den lande tho voeren ende den selven laten gescheen gelijken den unsen aldaer, beholtlyken, dat die amptman tselve neet sall laten verkundigen. B. ende R. konnen Willem Gerryts geen maget, die em sijn eten koket, verbieden, dan hie sall sich hebben tho wachten, dat hie bij hoer niet bevonden worde. |
|