Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 28 Augusti 1556.

De president van den Broederen tho Embden²⁾ contra Johan Gherrydts van Amsterdam; nadem uuth Johan Gerrydts voersz. egen anbrengen de breeff tho hove bij den Minnebroederen tho Bruessel verworven ys, tselleve also gescheet buten weten ende heten doen des convents tho Embden ende Johan voersz. angenomen hefft, denselven breff over to brengen, sall he daerumme denselven breeff den gedechten president overandtwoerden ende angaende sijnen onkosten mach Johan vorg. spreken ende vorderen an deghene, de hem den breeff gedaen ende behandiget offte em daarvoer eets belovet mogen hebben.

2) Het klooster werd in dit jaar geseculariseerd. Zie H. Reimers, Die Säkularisation der Klöster in Ostfriesland (Abhandlungen und Vorträge zur Geschichte Ostfrieslands VI, Aurich 1906) blz. 29-33.

[p. 60]

Taelmans mit de bouwmesteren hebben mede voer ghuedt angeseen, dat men tegens den van Adwerth angaende den ampten, soe daer boven older gebrueck ende gewoenten tegens seker compromiss ende verzegelt verdrach, a^o 20 gemaket¹⁾, binnen den convente gepleget worden, derhalven voertan solde procederen, als dat na rechte behoeren sall ende hebben mede angenomen, van wegen der gantze gemeente de sake B. ende R. tho helpen ten ende uuthdragen; ingelijken, dat men den hoefftluden onsse goede recht solde entdecken ende begheren, se hiirinne doen ende gescheen wolden laten, gelijken des van oldes heer gebrueckelyk ende gewoentlyken ys gewest ende dat de stadt den hoefftluden solde staen voer alle hynder ende schaden, soe em deshalven ende daeruuth entstaen solde moegen.

1) In dit ‘verdrag’ van 1520 werd bepaald, dat de kloosters alleen mochten kopen en verkopen voor eigen gebruik en dat ze slechts één smid en schoenmaker ieder met één knecht mochten houden, die alleen voor het klooster zelf en de naaste buren mochten werken. Voor de tekst zie H.O. Feith, Het Oldermansboek (Groningen 1850) blz. 37. Zie ook Bos. Gild- en Stapelrecht blz. 173.