Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Vrijdach 3 Octobris 1561.De Oldampsteren hebben hoer beswaringe van dijken voergedragen, daermit se vermeenden van de Oestersche dijken ontslagen te worden, onder anderen dabt ter Munte ende de ingesetenen in den KleyGa naar voetnoot1), dat se up 300 grass landes solden hebben 74 roe zeedijkes, elcke roe van 9 elle groet edder lanck sijnde, ende daerenboven noch up deselve 300 grasen landes musten holden 93Ga naar voetnoota) roe sommerdijkes, de roe 18 olde muersteen lanck, daertho noch een edder twe hoeffden onderhielden, de bij Stadt ende Landen behoerden onderholden te worden, begeerden sulckes noch den deputeerden vermaent muchte worden ende is tselve also angenomen, doch musten sich anders gelijckmetich holden ende samptlick guetwillich maken mede tdoende, gelijken up gysteren belevet ende angenomen etc. |
|