Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 1 Julii 1562.

B. ende R. sampt T., S.M. ende B.v.d.g. hebben consenteert ende voer guet angesehen, dat men Thomas Hayckens in vorseth sijnen schaden, dat hem 10 henxten in der graeffschafft Benthem, der van Johan Eyssens versuemden grunsingen halven upgeholden, voer eerst als gheleent gelt verstrecken sall 200 daler²⁾.

2) Zie de zeer uitvoerige brief aan de gravin weduwe Anna, geboren tho Tekelenborch, gravin tho Benthem, Tekelenburch und Steinfurt, vrouwe tho Reda und Wevelickhoven etc. d.d. 21 juni 1562. De paarden hadden als bestemming de markt te Langenborch. Miss. prot. Alting blz. 14. Op 2 juli werd een bekendmaking afgekondigd, dat niemand uit Groningen koopwaren naar Bentheim zou mogen voeren, e.l. blz. 15. Verder brieven van de stad aan bedoelde gravin-weduwe d.d. 18 juli 1562, e.l. blz. 17 en d.d. 10 augustus 1562, blz. 17^vo en 18. Zie ook de brief van de stad aan de ‘verordneten und bevelhebberen’ van het graafschap d.d. 10 september 1562, e.l. blz. 20, waarop de gravin Bernhardus Stuerman naar Groningen tot regeling der zaken zond, e.l. blz. 23^vo. Deze zaak liep reeds sinds 8 september 1557. Zie aldaar.