Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach, pridie Lamberti 16 Septembris 1569.

Doctor Ennius Elchio weder tot eenen rectoer tho Sunt Meerten solemniter durch den heren 2 pastoren ende 3 borgermesteren sampt syndicus ende secretarius introduceert geworden¹⁾. Nota, dat Ennius tusschen 2 borgermesteren voeruuth der sacristie bes an der schoele ende daerna de pastoren mitten darden borgermester gegaen ende so volgendts in der schole getreden.

Nota, soe der hertoch gescreven, dattet servitium²⁾ solde aff sijn ende daerup der heer coronell de halff stuver van den borgeren den 15 deser verlaten ende hiirtegens nu 900 car. gl. ende 25 daler tho lehene voer den soldaten, to weten elck 15 br. st. ter weecke (de besheer 12 boven den dachlycken halff Groninger stuver gehadt, alse 650 voer den soldaten ende 200 voer den hoptluden) gefurdert, oeck am negsten Maendage entfangen ende noch voer de capiteinen ende hoptluden iider weecke de vorsz. 200 car. gl. daerenboven geeisschet, de stadt oeverst mit groten guarnison nu int darde jaer swaerlick beladen ende derwegen vast mitten borger verarmt ende gants onvermoegendts, hefft men een besendinge, om van der besettinge ende leheninge entheffet oder verlichtet tho worden, an den graven van Megen, stadtholder, (to Leuwerden sijnde) affgeveerdight, alwaer der heer van Billy, coronell, mitten heer lieutenant oeck gekomen ende als der heer coronell bij sijn genade oeck tegens den anstaenden Maendage tom weinichsten 100 daler voer den hoptluden geeisschet, mits dat er de volgende 15 edder 20 dagen der stadt mitter leheninge neet wolde bemoyen, dan dat oeck sijn genade mitten heren lieutenant wolde verspreken, de Omlanden voertan de penningen solden upbrengen, derwijlen se van den overloep ydtz gefrijet etc.; mede sachte der graeff, wij sijn genade onse reden van beswaringe (de sunst erheefflick) schryfftlick solden overgheven, were alsdan geneight neffens onse supplicatie an sijn excellentie unsent halven to schrijven ende de saecken (soe voel moegelick) tho bevorderen, dat de stadt van der leheninge bevrijet ende de soldaten betaelt muchten worden, weshalven een erbare Raedt ende andere geswoerne een supplicatie an den hertoch in seecker missive³⁾ vervaten laten ende de voert an sijn genade, oeck volgendts durch sijn genade an den hertoch overgesonden. Responss entfangen upten 7 Octobris, alsdat men het blockhues hiir bald werden anleggen ende mits dien oeck der besettinge solden moegen verlichtet worden.

1) Zie Acta syndici 14 sept. 1569.

2) Blijkens een op 31 aug. 1569 van de landvoogd ontvangen brief, dd. 11 juli uit Brussel, genoten de Spaanse soldaten boven de Waalse een ‘vordel binnen huyse’, hetwelk het servitium werd genoemd. Dossier G.A. voorl. nr. 1185.

3) Miss. prot. Alt. 157^vo, waarbij een zich aldaar niet in concept bevindende supplicatie tot verlichting van lasten aan de landvoogd wordt toegezonden. Het hierna bedoelde ‘responss’ was gedagtekend 1 okt. 1569, Brussel, en werd door de graaf van Megen, de stadhouder, op 6 okt. uit Leeuwarden toegezonden. Ing. br. 1569.