Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Sondach 9 Julii 1570.

Soe de lande, oeck de Dampster, seker supplicatien vergangen Vrijdage sijn genade overgegeven, daer dan des volgenden dages durch ons solde up geantwoerdet worden ende sijn genade midlertijdt bes upten Sijll oeck in der Hollantsche schepen, so daer 5 angekomen, verreysett, hebben den antwort up huyden sijn genade ingebracht, alse dat der lande supplicerent onwarachtich ende bij se sulcks eerst stonde tho bewijsende ende der Dampster angaende, were onse syndicus mitten lieutenant na den rijksdach¹⁾ gereyset, bij den het antwort behoerde gemaeckt to worden, de alle stucken ende bescheedt onder hadde ende woewall se hart anhielden, den olderman de handt soll gesloten worden, is idt dennoch daer bij verbleven.

Nota, dat der graff van Megen ons voergedragen, derwijlen de lande de jaertaxe allene betaelden, dat derhalven de stadt oeck voer sich een staetlicke summe presenteren must, des dan lichter dan den 100^en, 10^en ende 20^en to contribueren, des anders des hertoges egentlicke meninge were, gelijcken idt rede sijne genade van sijn Excell. der Westfresen halven angescreven. Dat oeck der stadt 2 vulmachten, gelijck de lande, tho Nymwegen schicken solden up den ankumpst van der coninginne aldaer²⁾. Als wij oeverst ons de weeckleheninge der 1150 car. gl. beclaget, geen meer penningen thebben, sachte he des rhede bij den poste overgeschreven, wust sunst geen raedt, doch wolden sijn genade het beste bij den edelman Baer³⁾ mede der penningen halven doen ende em up Zwoll verscrijven ende is sijn genade na den middach na Lewerden vertogen.

1) Zie hiervóór 20 juni 1570.

2) Anna, dochter van keizer Maximiliaan II, op doorreis naar Spanje naar haar gemaal Philips II, met wie ze kort te voren in het huwelijk was getreden. In Reg. Feith 1570 nr. 27 bevindt zich een verslag van de huwelijksvoltrekking op 4 mei te Praag. Bij de Ingek. br. een brief van 2 aug. van De Mepsche uit Spiers. Blijkens de stadsrekening over 1570 werden voor deze zending afgevaardigd burgemeester Schaffer, Johan Clant en de syndicus. De laatste vertoefde te Spiers. Het gezantschap keerde 20 augustus te Groningen terug.

3) Zie de noot bij 19 juni 1570. Hij woonde op het huis Slangenborch bij Doetinchem. Voor de geloofsbrief van de gezanten zie Miss. prot. Alting blz. 198^v, 199^v, 200^v, 212.