Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 19 Julii 1570.Tegens 90 schentsen, 10 k....Ga naar voetnoota) upwassende telgen, thundert 30 br. st., tot 60.000 tot belech der wallen des vasten hueses, 1600 daler. Soe de controlleur an den Raedt de vlinten begeert te laten upnemen etc., geantwoerdet, woe de stadt geen geldt warckluden te beloenen, muchten oeverst selffs daerin doen ende gescheen laten, woe se des van sijne Mat. bevelch hadden. Sijn 5 balckoener mit angehechter namen upgericht, daer dan eerst misse gedaen, de trummen, trumpetten, geschut tot elcker uprichtinge solemniter hoeren laten, dan soe een kortouwe gewaltlick entsprongen, sijn enige gequetset ende enige leyder doet gebleven, so idt geschut over der stadt umtrent der Heerende Oesterpoerten gestelt. Nota dat 5 grove stucken en stucken schoten ende 6 wechfuert. |
|