Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 178]
| |
Maendach 24 Julii 1570.B. ende R. laten weten ende gebieden, dat alle vagabunden, heerlose knechten, gardeners, ledichgangers ende vrembde bedelars sich bij deser sonnenschijn uuth deser stadt sullen versehen, ingelijcken sullen oeck de pionneers ende andere warckluyde ant casteell sich neet dan om hoer noetdrufft tho kopende in der stadt vinden laten ende overall daer niet in benachten, tensij dat de sijn onder den regimente des gestrengen heeren van Billy etc., coronell, allent bij straffe an den kaeck. Alsus mitter trummen ommegeslagenGa naar voetnoot1). Ghekant, dat se moegen graven ende nemen de naeste ende beste eerde, doch den minsten schaden ende van den dijck 10 roeden. Gegeven den 13 Julii 1547Ga naar voetnoota). Extract uuth een versegelt ordell. |
|