Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Saterdach 12 Maii 1571.Der heren gesanten, naemptlick borgermester Joachim Ubbena ende borgermester Johan Clandt, Albert Jarges, raedtsverwanter, Westendorp, syndicus, secretarius Altingk, Joest van Cleve, taelman van de S.M., ende Berent Hindricks, b.v.d.g., dusser gegeven commissie oder procuratie is den trefflycken borgeren mitten olderluyden ende hoefflingen van allen ghylden bij den Raede, oldt ende nije, T., S.M. ende B.v.d.g. voergelesen ende approbeert worden, de geschillen tusschen Stadt ende Lande den stapell, stapelrechten, preeminentie der Staten, axcijsen van den wijn ende bieren in den Omlanden getappet, sampt ander irrungen (des durchluchtigen fursten van Alva scrijven nah) in fruntschap oder mit rechte neder tho leggen ende termineren latenGa naar voetnoot2). Vanhiir gereyset upten 15 Maii 1571.
In nostra absentia angetekent. Borgermester Albert Rolteman in plaets Joachim Ubbena. |
|