Saterdach 8 Martii 1572.
De heren B. ende R. hebben voer dit mael geconsenteert, dat des erb. Coert Coenders twe ackeren landes up Helper essch, binnen der stadt taeffell gelegen, sullen mit sijne ander goederen tho Helpen etc. mede durch den gerichte aldaer bij der keertsen upgeslagen ende gerichtlyck verkofft ende gelevert moegen worden.
Alsus des vorsz. gerichts scrijver overgegeven.
Uuth des erb. Egbert Alberda voergebrachten brieff van bevrijong aller stadtdensten ende borgerlasten etc. verstaen de samptlycke der stadt geswoerne heren ende vrunde neet anders, dan dat sijn erb. doemaels daermit bes den 28 Maii anno 67 sampt een halff jaer daernae van alles contenteert ende gevredight sij.
Beholdtlycken wat kendtlycke schade dier oersaecken halven sijn erb. binnen hueses togefueght ende noch neet repareert offte verguetset en is, sall Alberda deselve moegen bij specificatie scryfftlyck voerbrengen, om volgendts daerinne tdoende en gescheen to laten na behoeren.
Wes nu vorder des gestrengen heren coronels logierung betreffet, is de stadt erbiedich, hoere versegelinge van date den 14 Martii anno 1569, oeck hoeren gegeven appoinctemente van den vijfften Octobris desselffs jaers 69 behoerlycken na tho komen. Belangende oeverst wes sunst anders int middel der wapenen ende krijchsgetummel sich bejegent ende togedragen etc., nahdem tselve een allgemene overganck ende niemant aldoe sijner egen goeder alhiir mechtich gewest, sulckes oeck durch de geswoernen voerger. neet hefft belett noch affgekeert koenen offt moegen worden, achten derhalven, dat de stadt neet sall behoeren daermit wijders int particulier belast oder beswaert te worden, ghemerckt bijsunders tselve tot reddung ende meesten oerber der gemenen Omblanden ende mit groten onverwintlycken last ende schaden der stadt ende voernemlixst tot plichtigen denst van Co. Mat, onsen aldergen. heren alsoe gescheen ende gedegen is.