Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 11 Maii 1572.Soe des Rijcx verordente heren commissarien enige borgere alhiir, tot seecker tuechnisse tdoende, durch den heren borgermesteren verdagen ende volgendts versuecken laten, denselven hoer borgereedt, desen testificandi actum belangende, entledight to worden, hebben mij de heren bevelch gedaen, gemelten verdageden borgeren den eedt als voersz. (angaende woe voer) tontslaende. Des also upt raedthues in presentia der voersz. heren gescheenGa naar voetnoot1). Der cijskamer verordenten rekeninge gecontinuert int reventer ten Broeren, derwijlen den voersz. commissarien het raedthues ingedaenGa naar voetnoot2). |
|