Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Dinxsdach 20 Maii 1572.B. ende R., olt ende nije, T., S.M. ende B.v.d.g. hebben voer der stadt nutth ende raedtsamst ingesehen, de axcijsen, tollen ende upkumpsten der cijskamer te laten bij der keertsen upslaen ende verhueren up condicien, dat alle maendt de betalinge na advenant der gehelen sommen in des rentemesters handen onwederspreeckelycken upgebracht ende betaelt worden sall, daervoer oeck genoechsaem borgen als principael saeckwolderen te stellen ende niet in alles to korten offt quijtgeven, noch enige clage daervan te willen hoeren, dit voereerst | |
[pagina 213]
| |
een jaer duyrende, tselve angaende up Sunt Johannesdach tho Midtsommer; hiirvan de eerste vorkundinge ende sittdach tholden up Vrijdach den 30 Maii ende soe voert tot 3 Vrijdagen vervolgens, tho verstaende dat de gehele axcijss, soe besheer in der cijskamer entfangen, thogelijcke ende onverdeelt upgeslagen ende also, woe voersz., verhuert worden sallGa naar voetnoota). |
|