Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 27 Novembris 1572.Sint de gesanten, noemptlyck borgermester Derck Schaffer sijns pandts ende borgermester Joachim Ubbena ende ickGa naar voetnoot1), an den heren coronell der uuthgewesene borger halven sampt andere anliggende saecken affgefeerdightGa naar voetnoot2), bijsunders soe de dre steden Franeker, Staveren, Sneeck verlopen ende weder onder sijne Mats. subjectie gebracht ende de stadt nu upt nije mitter weeckleninge van over 800 gl. belastet geworden. Memorie voer den heren gesantenGa naar voetnootc): Sijn Gestr. voer erst tho gratuleren van wegen der victorie, so Godt der Heer sijn Gestr. aldaer verlient, ende voerts oeck sijn Gestr. to bedanckende voer de | |
[pagina 231]
| |
goede affectie tegens deser stadt ende de beschene recommendatien an sijne furstl. Exe. Volgendts van wegen der uuthgewesene borgers am vlijtichsten bij sijn Gestr. antholden, dat deselve ydts moegen wederomme (sijner gestrengen verscrijvong na) mitter inkumpst begenediget werden ende lestlyck mit allen ernste tho solliciteren, dat de stadt ende goede borgere moegen meerndeels, offt soe veele jummer moegelick, van der soldaten besettinge verlichtet ende deselve ander wegen na geboer verlecht werden. Noch oeck breder instructie tgeven, upt gene men idts an sijn Gestr. der renten ende schulden halven up der confisquerden goeder etc. gescreven ende versuecken laten.
Borgermester Albert Roltemans pandt post Andreae usque Petri ad Cathedram. |
|