Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 19 Maii 1573.

Een erb. Raedt hefft sich beswaert vonden de vorlesene hijlixforworden, tusschen des heren lieutenants dochter ende Lodwich van Brigiellys³⁾ geconcipiert, neffens reverendissimus, vermydts nemants van der dochter sijdt daermede in vorwillight, tho verzegelen.

Vorwilliget - woe oeck reverendissimus consenteert - dat Velsii huesfrouwe desselffs boecker voer de weerderinge, noemptlick 219 embder gulden, sall moegen

3) Louis de Bregilles wordt in Mémoires anonymes IV, 146, 154 en noot 3 aldaar op het jaar 1579 genoemd als ambtman van Haulx bij Brussel.

[p. 240]

an sich beholden ende staen den diener voer Velsii kostpenningen ende bewaernisse desselffs.

Der heer lieutenant hefft wegen Con. Mat. voer Sicko Pansser begeert, den gevangen Douwe Glintz mit sijn 2 gesellen hiirbinnen up een tordoys offt schavot gejusticiert tho worden, daertho den richter mitten rackers voer reedlicheit tot medehulp begerende ende sijn deselve postridie up avende Sacramenti neffens twijnhues affgehouwen ende volgendts mitten kerckhove begenedight, woewall als zeeroovers condemneert gewest¹⁾.

1) Zie over Douwe Glintz, A.J. Andreae, Uit der Geuzen troebelen, Gron. Volksalm. 1900 blz. 40 en J.M.A. Roelants, Rottumeroog, Gron. Volksalm. 1917 blz. 89. Vergel. Reg. Feith 1573 nr. 30 (Rijksarch. Gron.).