Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 24 Novembris 1573.

De erb. Egbert Alberda sampt etlycke vrunde van Eelde, Potterwolde ende andere hoere adherenten contra de gemene egenarffden ende ingesetenen van Haeren; vorclaren de heren B. ende R., dat de van Haeren sullen voereerst den vrunden, dewelcke deser saecken ende questien (na den voergebrachten buyrtuych) neet medeplichtich bevonden, hoer affgenomen guedt vrij ende schadeloes weder restitueren ende volgen laten, sullen oeck hoere wederparten, in den buyrtuych benoempt, oer affgenomen guedt up enen genoechsamen borgen restitueren ende wedergheven ende volgendts mitten anderen rechts plegen ende verlaten gewalt an lijff ende guedt ende dat bij eene pene van 100 olde fransche schilden.

[p. 256]

Up huyden den 24 Novembris 1573 hefft Herman Wijdenbrugge als der Umblanden rentmester oeck als Hermen Widenbrugge mit lijfflycke an den heren borgermester in der tijdt gedaner handtastinge beloefft ende angenomen, sodane bieren, als de brouweren ditmael tot ongeveerlyck 80 tonnen voer ende tot behoeff der soldaten up Delffzijll werden uuthlaten, te willen denselven brouweren vernoegen ende betalen in den tijdt van twe maenden, doch 8 edder 14 dagen onbehaelt. Des hefft oeck der heer Boustamente voer hen gerespondeert voer de tonnen offt eenen halven daler voer iider, de solden moegen achterblijven ende den vorsz. brouweren neet weder tor handen komen.

De gesanten Ubbena ende Clandt sampt der syndicus synt tho hove an sijn f. Ex^e. gesunden worden¹⁾.

1) Zie ook het dagboek van de syndicus. In Brussel kreeg hij opdracht voor een reis naar Holstein Denemarken en Lubeck.