Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Donderdach 30 Septembris 1574.

Den 26 Septembris is Cathrina, de nagelaten weduwe van saligen hoptman Pauwell offte Pauwel Cornelys, mede vanwegen hoere kynderen voer den erntfesten Johan Clandt als borgermester in der tijdt sijns pandts erschenen ende dat up den placcate van Con. Mat., soe upt stuck vant perdon wegen sijne Mat. verkundight gewest, begerende tselve alsoe angetekent solde moegen worden. Alsus gescheet ten huyse etc. Anno et die ut supra woe gemelter heer borgermester daervan berhedinge gedaen¹⁾.

1) Op vrijdag 1 okt. 1574 evenzo Derck Roleffs met Tyaert Peters met diens vrouw Mette en verwanten, mede voor hun oude vader Roeleff Lubberts; op 2 okt. Tonnys Kannegeter voor diens zoon Gerrit, ‘de voer der tijdt van graeff Loedwich all na Hamborch vertogen ende sich namaels der trublen ende onrouwes halven hiir neet hefft weder dorven ergheven’; voorts Mense, vrouw van Mr. Geerdt organist, ouder dan 70 jaar; op 6 sept. doctor Nicolaes Sasschers, anders Naupegus; op 9 okt. Frans Metelen ‘wegen sijns saligen broeders Siibrandt Metelen, de ongeveerlyck alle 2 jaeren voer der confisquering der goeder verstorven gewest’ en vraagt het pardon voor diens kinderen; op 2 okt. Ghese Hoernkens met Johanne Alma voor hun zieke mannen Reyner Hoernken en Eylert Alma; 3 okt. Swane, vrouw van Haycko Doynge, ziek zijnde; verder Evert Wycheringe voor haar zieke man Bartolt Wicheringe; op 5 okt. Marrythien Schaffers, vanwege haar man Johan Schaffer; de 8 okt. Hayo Eppes voor Willem Lubberts, ongesteld zijnde; 11 okt. Lamme Herens, zuster van Albert Crabbens vrouw.