Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 20 Septembris 1575.

De stadt hefft seker supplicatie an sijn Gestr. gepresenteert, daermit de koophandell van botter ende kese hoeren vrijen ganck ende loop gewinnen moege, mede oeck vant koorn onder geboerlycke ordinantie, de erst (wen geen versekeringe van brootkoern daerbij gestelt) genoechsam reiecteert, doch lestlyck durch anstaent angeholden.

Sint mede twe vette Vriessche ossen des heeren dochter fest ter eheren neffens een voeder wijns gepraesenteert ende voer den ghevell upt marckt int openbaer gestelt ende bij den heeren vorsichtight geworden ende volgendts accepteert ende angenomen.

Ad vesperam is des heren van Rijsbroeck als sponsi broeder de heer van Iske, sampt der contrerulloer ende des heeren luytenants swager Brisille mitten carabijnen (de em in de moete gesant) hiir ingekomen²⁾.

2) Met de heer van Iske is bedoeld Antoine de Witthem, seigneur d'Issche (Deycssche wordt hij genoemd in het huwelijkscontract). Deze komt in 1576 voor onder de gedeputeerden van de adel van Brabant. Zie Resolutiën van de Staten-Generaal 1576-1577. R.G.P. 26 blz. 1.