Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 343]
| |
Dinxsdach 27 Novembris 1576.De geswoeren ende 12, weder verdaget, hebben der borger last ende sorge van den meer ende meer inkomenden soldaten voergewendet, onvredich sijnde, dat de Raedt affgeslagen, de borger neet mede solde moegen waecken ende sich neffens den soldaten in de weer begeven, to dem, dat men et casteel nu daetlick neet vernelen soll, doch als men entsloten de duplicata van der voeriger missive mit invorwaerter supplicatie van de demolitie des casteels ende dit den soldaten mede communiceert gewest, de sich gelijcksfals freundtlycker wijse erboeden, sijn sij allenthalven daermit gevredight west ende is de anderde boede stracks affgeveerdight. Volget hiirna erstlick de copie van der missive, soe der heer van Billy, coronel ende stadtholder, erst den soldaten, woe voer ende daerna een erb. Raedt (sich daerup een oder ander wech to verclarende) voergeholden ende volgendts tgene an den heren van State gescreven worden isGa naar voetnoota). Nota, dat de geswoernen alle den eed van geen jaergelt - ex libro 9Ga naar voetnoot1) - presteert, sich desfals contre les maudisans bevrijende ende purgerende.
Monsieur de Billy. Les deputez des estatz des pays de pardeça, assamblez en ceste ville, nous ont requis vouloir vous escripre ceste, affin que veullez vous joindre avec eux et fere serment au Roy et a eux pour conserver la religion catholicque romaine et l'authorité de sa Mat. et chercer le commun repoz des pays de pardeça; en oultre comme l'on a mandé icy les estatz de Frize et Groeninge, que veullez donner ordre, que leur deputez se hastent de comparoir tout au plus tost que faire se pourra, a quell fin avons vous depesché la presente, sur laquelle lesdits estatz requierent votre brieffve responce, pour estre advertiz de votre intention sur ce que dessus. A tant Monsieur de Billy, nostre Sr. vous ayt en sa saincte guarde. De Bruxelles ce 20e jour d'Octobre 1576. Soussigné ceulx du conseil d'Estat commis par sa Mate. au gouvernement general des pays de par deca. Et plus bas: Berty. La superscription estoit: A monsieur de Billy, chevalier, gouverneur et capitaine general de Frize, Groeninge, des Omlandes et de la Drenthe.
Durchluchtige, hoechgeboern, edele und vermoegende heernn. Alsoe de soldaten alhyer in naemen Con. Mat. onsen alder Gen. heem ter besettinge verordnet, den gestrengen heern van Billi, stadtholder, sampt den coronel van Zutphen mit oeck etlycken hoptluyden etc. ghisteriges dages om den dren uhren na den middage in bewaer gestelt und dan des hooffs placcaten und breven, harwerts gesonden, besheer upgeholden edder onderslagen moegen sijn, woe wij tom deele berichtet, hebben wij als gehoersame ondersaten ons gheerne willen in aller onderdanicheyt an euwer durchluchticheden edell und vermoegentheden, als van hoochstgedachter Con. Mat. verordente gouverneurengeneral etc., (onsen geringen vermoegen nah) ghoetwillich erboeden, oeck onsen troest und thoflucht neghst Godt in desen ersocht und genomen hebben, derselven hoochwijsen voersichtigen Raedt ende genedigen willen (daeraff verstendight) ons in behoerlycker reverentz und oetmoet submitterende, gants onderdanichlyck biddende, bij onsen olden walheergebrachten privilegien, vrij- und gerechticheyden te moegen genedichlycken gehanthavet, beschuttet und be- | |
[pagina 344]
| |
scharmet und (wolde Godt) eenmael van der lanckwerende grote overmate, last, druck und bezwaringe gevrijet und gereddet worden..... Den 24 Novembris 1576. Onder stondt:..... B. ende R. der stadt Groeningen, oldt ende nije, sampt T., S.M. ende B.v.d.g. D'opschrifft...... den verordenten heernn und Raedt van State.....Ga naar voetnoota) Duplicata. Affgeveerdight den 27 Novembris 1576 mitter remonstrancie ende noch tom darden den 15 ende nu desen 20ten Decembris 1576.
An Con. Mats. Raedt van State, bij zijne Mat. verordnet totten gouvermente generael. Gheven in aller reverents ende oetmoet clagelyck to erkennen Con. Mats. getruwe ende ghoethartige ondersaten B. ende R., oldt ende nije, sampt T., S.M. ende B.v.d.g. in Groeningen mit sampt de gantse gemene borgerschafft aldaer (woe zij dan oeck te meermalen gelijcksfals geremonstreert gehadt), alse dat der hertoch van Alva, in der tijdt gouverneur general, (beweget alst schijnt durch sinister ende calumnieux anbrengent) aldaer een overmate groot begrijp van een casteel (vast Antwerper gelijck) hefft doen anleggen, datwelcke daerna der heer van Billi, oer verordente heer stadtholder, (woe wall noch ter tijdt neet dan an eener zijdt edder kant van vijven) mit eetzwat muyrwarcks (bijnae meestdeels van der stadts affgebroecken poerten, muyren ende vesten) tegens der stadt up tho maken begint ende angevangen mits gheltverspilderinge nochtans tot voel dusenden (woe denn heernn tom deele bewust) ende verdarff etlycker schoner landen, huysen ende arven, allent sonder ennich versett (leyder) oeck boven ende contrarie loffweerdigen besegelden tractaten, eerstmaels mit keyser Kaerl de Vijffte hoochlofflycker gedachten ende na bij Con. Mat. onsen aldergen. heern solemniter upgericht, bezwoeren ende bekrefftiget, derwijlen dan sodane angevangen warck in soeven edder acht jaeren harwerts neet alleene tot ghener defensie (laet staen perfectie) gebracht, sunder meer tot ansehentlycken gevaer ende peryckell (an ende in der stadtsgrafften ende vesten upgeworpen) deser tijdt soll moegen gedijen, woe oeck de van der besettinge sich grootlicx neffens den supplianten doen bevresen, bidden daeromme sij suppl. ende versuecken in aller gehoersamer onderdanicheyt, dattet sulve voerg. schadelycke ende onnutte angevangen warck moege stracks ende in der ijll bij se demolieert ende geslichtet ende de doergegraven verneelde stadtwallen weder tot defensie van bemelter Con. Mats. stadt tegens den vijant behoirlyck repareert ende gestarcket worden, daermit wijder vergeeflijcke onkosten vermijdet, tverdarff van Stadt ende Lande verhoedet ende de ghoede getruwe ondersaten an hoeren tractaten, privilegien ende vrijheyden ongekrencket wesen ende blijven moegen, twelck doende.
Eerweerdige, edele ende lieve besundere. Bij onse briefven van den VIten der voirledener maent van Octobri hebben wij ter ernstiger bede van de gedeputeerde van de Staten van de andere landen van herwertsover, binnen deser stadt vergadert, aen u gescreven, dat ghij uwe gedeputeerde alhiir soudt willen seynden om mitte ghene van den voersz. anderen staten te adviseren op de middelen ende remedien van de pacificatie, zoe ghij bij t'inhouden van de bijgelachte copie van onse voirsz. briefven vernemen werdt. Ende want de gedeputeerde van de voirsz. andere staten alsnu ons aengegeven hebben, dat onse voirsz. voirgaende briefven geintercipieert souden zijn, begerende daeromme, dat wij u ten selven | |
[pagina 345]
| |
eynde andermael souden willen schrijven, soe eest, dat wij ons conformerende ter begeerte van de voirsz. gedeputeerde aen u alnoch tegenwoerdelyck schrijven, ten eynde dat ghij van stonden aen ende in der ijll uwe gedeputeerde alhiir insgelijcx schicken willet ten effecte als boven, zonder des in gebreke te willen zijn. Eerweerdige, edele ende lieve besundere onse Here Godt zij mit u. Gescreven te Brussele den 5en dach van Novembri 1576. Onderstondt: ter ordinancie van mijne heeren van Con. Mat. Rade van State, bij zijner Majesteyt gecommitteert totten gouvernemente general, dOverloepe. Ende op de rugge stondt geschreven als volget: Den eerweerdigen, edelen ende onsen lieven besunderen, die prelaten, ridderschap, burgemesteren ende raedt der stadt ende Ommelanden van Groeningen, representerende die Staten van den selven lande ende elcken van hem besundere. Bet stundt onder dopschrifft als volget: ontfangen, geoepent ende gelesen bij een erb. Raedt sampt de erntfeste Starckenborch, syndicus ende secretarius van de Omlanden ende etlycke van den soldaten upten 23 Novembris 1576. Alt.
Copia copie. Eerweerdige, edele ende lieve besundere. Bij onse briefven van den 28ten der voirledener maendt hebben wij u doen beschrijven, om uwe gedeputeerde te willen zeynden binnen dese stadt van Bruissele, om mit de gedeputeerde van d'andere Staten, aldaer oeck beschreven, te adviseren op de middelen ende remedien van de pacificatie, zoe ghij bij t'inhouden van onse voersz. briefven (daervan copie hiirbij gevuecht is) breder sult moegen verstaen. Ende want de gedeputeerde van de Staten, jegenwoerdelyck binnen dese voersz. stadt vergadert zijnde, versocht hebben, dat wij anderwerfven in diligentie souden willen doen schrijven an de Staten van d'andere landen, absent sijnde, opdat zij hen alhiir ter vergaderinge van de voersz. Staten van stonden aen zouden vinden, soe eest, dat wij ons conformerende mit de bede van dezelve gedeputeerde aen u jegenwoerdelycken schrijven, ten eynde, dat ghij terstondt ende opt alderspoedelicxst, dat moegelyck wert, uwe gedeputeerde binnen dese voersz. stadt schicken willet, ten effecte als boven, sonder des in gebreke te zijne. Eerweerdige, edele ende lieve besundere, onse here God zij mit u. Gescreven te Bruissele den 5ten dach van Octobri 1576. Nota, dat hiir gheen onderschrifft ende d'opschrifft gewest als in de voergaende. |
|