de heren commissarien ongetwijvelt inwendich korten dagen hiir worden erschijnen, dat men derselven ankompst erst verbeyden solden, de vellichte Stadt ende Landen deser tijdt de reyse, als wall to vermoeden, muchten entweder suspenderen offt geheel affnemen.
Ende gedane dancksegginge is bij de Lande voergeworpen, dat de Stadt must tegens een Maendage to de gehele weeckleninge rhaden, want tOldampt ende stadttaeffel noch 2 jaer schattinge nastendich bij se uuthgescreven, (dat se nochtans onverschaempt sachten ordinaryse jaertaxen te wesende, de all vul ende all weren betaelt), als na bij Wijnbruggen quitancie gebleken. Ende als de van der stadt neet anders dan hoer rhede waerachtich gemeent, hebben begeert acht dagen tijdts, om duuthscrijvinge tdoende ende dat se wolden midlerwijle doen na alse voer, des bij se ge weigert ende affgeslagen, neettegenstaende de stadt hoer hooghste kummer ende armoet voergewendt. Doch hebben lestlick voergeworpen, de stadt sich soll bedencken van den darden streng tegens oer tholdende ende also in vrundtschap taccorderende.