Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 26 Decembris 1576.

Also der heer stadtholder ghysteren, wesende Kersdach, tho Selwert verbleven ende mitten officianten over ende weder over verhandelt der betalinge halven, is huyden bij se entsloten, sijn Ge. hiir in versekertheit sol moegen komen, wesen ende keeren, om sijn crendents ende commission allenthalven te vertoenen, alwaer der syndicus ende secretarius Julsing verordnet, sijn Ge. to Selwert te salueren, gelijcken de landtsyndicus ende rentmester gystern daer

[p. 357]

getogen. Oeverst is den onsen tselve bij den soldaten behyndert, doch dorch des heren egen secretarius (de vanhiir weder darwerts getogen) entschuldight worden ende hefft oeck sijn Gen. noch deser tijdt neet moegen binnenkomen.