Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Donderdach 26 Septembris 1577.

Soe ende nahdem der stadt gesanten borgermester Reynt Alberda, der heer syndicus, Evert Sijmens, raedtsheer, Ghijsbert Arents, taelman, ende Johan Muller, bouwmester van de ghylden, (hoere commission nah) bij den walgeboeren graven van Rennenberch etc., stadtholder, hart angeholden om demolitie van de starckten upten Upslach ende Delffzijll, onder tdeckzell van dewelcke de van den Omblanden alle gewalt ende moetwille tegens der stadt ende derselver privilegien, vrij- ende gerechticheyden weeren anrichtende, sijn Gen. oeverst sich verclaert daeraff noch geen commissie thebbende, dan wall geneight tsijnde, desfals an de Generale Staten breven van faveur neffens onse supplication over te sendende, eder mit to deelen ende sulckes dan noch muchte verwijlen ende daerentusschen de van den Omblanden der stadt solden begeren to depossesseren, des der stadt geenssins weere to lijdende, soe tgantse gedijen oder verdarff van der stadtsborger ende ingesetenen daeran gelegen etc., hadden lestlick deselve gesanten sich opentlyck verclaert, alse dat sijn Gen. dan oeck voer geenen stadtholder binnen deser stadt soll ingelaten worden (als bijsunders oersaecke gegeven hebbende, dat dOmlanden de voersz. starckte ingekregen), voer ende alleer sodane vestinge up Delffzijll na vermoege onse tractaten ende de upgerichte pacificatie daetlyck affgeworpen ende demolieert ende der stadt geschutt, daerup staende, weder hiirbinnen gelevert, de stadt oeck in hoer olde hebbende privilegien, possessie ende gerechticheyden wederomme gerestitueert sijn solde etc. Ende hiiraff up huyden rapport gedaen, hebben de samptlycke geswoeren alse B. ende R., oldt ende nije, sampt T., S.M. ende B.v.d.g. alsodanen eernstlycken ende nootwendigen der voerges. gesanten versueck mitsampt angehenckter commination, woe voergesz., alle samptlyck gelaudeert, approbeert ende voer ghuedt angesehen, se oeck oeres angewanten vlijts hoochlyck bedanckende ende hebben voerts den erb. Joest van Cleve, raedtsheer, verordnet, omme mit des heren commendationscryfft ende onse suplication tho hove te verreysen, daermit de demolitie der voersz. starckten oeren voertganck am spoedigsten soll gewinnen moegen.