Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 9 Octobris 1577.

Alsoe up huyden der voersz. Omlanden 8 personen verscreven, om mitter stadts 8 gekoern communicatie tholdende, hefft men de heren borgermester Thedema ende borger mester Alberda verwillight, sich ditmael mede neffens den samptlycken voersz. verordenten vinden te laten, om eenen bequamen voet ende fundament to stellende, daermit de voergenomene collectatie mucht ordentlyck ende rechtmetigerwijse gescheen, mit dem ontheet ende voerbeholdt den voersz. heren borgermesteren mit geen ander offt wijdere moyte van reysen offt collecteren te willen belasten offte beswaren laten. Ende want der van den Omlanden mer dre als Rotthum, Teetsinge ende Hermen Sickinge erschenen, de sich oeck hoeren laten van te begeren, mitten anderen der vrij- ende velicheitshalven versekert tsijnde ende dat desfals etlycke sich vellichte absenteert etc., is also weder een nijen dach van bijkumpst beraempt up Donderdach, morgen acht dagen, savendts in der harbergen ende des Vrijdaeghs daerna smorgents tacht uhren upt raedthuys ten eynde ende ter oersaecken als voerg.^a)

Nota, dat der Omblanden deputeerden hiirmit neet gesadight west, dan een ander ontwerp laten voerbrengen, dat se selffs wal gewust der stadt onlijdelyck. 10-25-77.

a) Hierna volgt in het handschrift een acte van vrij geleide voor de Ommelanders.