Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Sondach 19 Januarii 1578.

Ist voersz. also nagekomen, me interim absente.

Is mede de brandtsordnung ende woe men sig in tijdt van allarm te dragende, publiceert²⁾. Oeck het vendel upt Schutendiep hoer artiickelsbrieff in den rinck a prima pomeridiana voergelesen.

Ordinantie ende artiickelsbrieff.

In den eersten sult ghij B. ende R. als uwe geboerlycke oevericheit gehoersam, oeck dese stadt Groeningen trouw ende holdt sijn.

Ende uwe verordente hoptluyde, venriche ende bevelhebberen, alsmede den profaes elck in sijn ampt ende bedieninge goet gehoergheven ende hoere bevelen in tochten ende wachten offt anders na behoer vlijtich nagaen ende achtervolgen, bij pena 10 g.g. offte sunst na gelegentheit gestraffet te wordende.

Soe ener tegens den ander uproerich ende vechtende bevonden, sall de terstondt van den naestbijwesenden gestuwet ende handt vast gemaket ende volgendts de geboer na gestraffet worden.

Dat nemant de entfangende loese³⁾ van sich geven sall, dan allene den hoptman offt venrich offt hoeren bevelhebber bij straffe an den lijve.

Soe emant upter wacht slapende bevonden offt sijn loese vergeten, sall telckens vijff g.g. verboert hebben, offt anders na sRaedts guedtbeduncken gestraffet worden.

Dat nemant sall scheeten offt tromme roeren, na de wacht upgefuerth is, bij 10 g.g. to broecke.

Dan soe alldaer de vijandt offt periikel voerhandts, sall men tselve der wacht upt bolwarck vermelden ende dan voerts doen, na de nooth eysschen sall.

2) Deze ordonnantie te vinden in Reg. Feith 1578 nr. 56.

3) Wachtwoord.

[p. 411]

Dat nemant van der wacht bij nachtijden sich in herbergen offt ontuchtige huysen sall vinden laten, bij vijff g.g. te broeke, offt anders na der saecken gelegentheit gestraffet te wordende.

Oeck sall een iider sich des droncken drinckens, sowall bij dage als bij nachtijden, entholden ende nemant droncken upter wacht komen, bij vijff marck to broecke.

Dese vorsz. broecken halff der stadt ende halff den hopt mannen ende bevelhebberen vervallen tsijnde.

Welcker vorsz. puncten ende articulen sullen alltijdt staen tot verbeteringe, vermeerderinge offte verminderinge van B. ende R. upgemeldt.

Alsus tvendel vant Schutendeep upten Breden Marckt in den rynck¹⁾ voergelesen up dach vorsz. ad horam 2 pomeridianam in bijwesent des heren borgermesters sampt sijnen bijsitteren.

1) Rinc kan verschillende betekenissen hebben, zoals kring en gelid.