Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Donderdach lesten Julii 1578.

In den eersten, dat Stadt ende Landen als een corpus ende eenre provincie Staten up gemene landtdagen bij Con. Mat. stadtholder ende hoofftmannen upten raedthuyse der stadt Groeningen verschreven, samptlyck aldaer alle gemene saecken tracteren, sluyten ende ordineren sullen, waerinne de stadt sal holden de praeeminentie, alles woe naer older gewoente.

Ende zullen dien volgende Herman Wijnbrugge, rentmester, ende Petrus Cornelius, der Landen axcijsmester, geholden wesen Stadt ende Landen tosamen (woe naer older gewoente) te doen rekeninge, bewijss ende reliqua van allen heuren verleden ontfanck, zoewel ordinarys als extraordinarys.

Item sullen sodane rentmester ende axcijsmester voertan naer older gewoente geordineert ende gecommitteert werden bij Stadt ende Lande tosamen.

[p. 431]

Item sal wederomme geordineert werden een Stadt ende Landen kiste, waervan de van de Stadt ende Landen zullen hebben heure sloetelen ende gelijcken toganck, omme de penningen te employeren, alles naer older gewoente.

Item dat de van de Landen sullen obedieren de judicature van Con. Mat^s. stadtholder ende hooftmannen, als zijne Mat^s, hoecheit, recht ende justicie na landtrecht ende older gewoente in Groeningen bedienende, zoedat van olts ende na den tractate behoert geobserveert te wordende.

Dat den olderman van Groeningen sall onbespeert ende onbehyndert van yemant rustelyck ende vredelick gebruycken sijn ampt ende officie des stapels ende waterrechts up alle havenen ende stromen to water ende te lande tusschen de Eems ende Lauwersche, zoewel up dinlandtsche als uuytlandtsche guederen, waeren ende koepmanschappen ende de contraventeurs doen roepen voer den Ghyldtrechte, welverstaende, dat soe wie sich bij den Ghyldtrechte bevindt beswaert, zall moegen appelleren aen B. ende R. der stadt Groeningen ende nergents anders, alles naer older gewoente.

Item en sal men gheen byer in den Ommelanden moegen brouwen, omme te verkopen ende oeck geen byer bij tapmaten slijten ofte verkopen dan alleen Groeninger byer, soe dat van oldts geholden is.

Tho oerkunde der stadt Groeningen hiironder upgedruckeen signete. Ghegeven den lesten Julii 1578.

Nota, dat de gemene borgeren dit ende anders int lange voergedragen sijnde, hebben de saeken an een erb. Raedt sampt de geswoernen verbleven. Actum den 30 Julii, daerup de voerige gesanten weder affgeveerdight den 1 Augusti 1578¹⁾.

1) Hun geloofsbrief bevindt zich in het Miss. prot. Alting.