Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 3 Novembris 1579 festum Huberti.

De hoefftmannen hebben rapport gedaen vant ghene em bij sijn Gen. bejegnet, onder anderen van 27 articulen bij de van den Omlanden overgegeven, vast den voerigen 20 gelijckmetich.

Nota, dat de voersz. articulen mundtlick ende neet schryflick to beantwoerden entsloten, daerup a prandio, als sijn Gen. upter jacht gerheden, to Essen gesant ende voeral de oepeninge van justicie, item tonderholdt van sijne hoocheits ordinantie neffens dem relaxement der ghijselers gefurdert. Ende want sijn Gen. erst acte begeert, dat men de abusen sol willen remedieren, sint de heem hoefftmannen mit dese navolgende weder a prandio gereiset, deselve mitten 4 hoeftmannen naemen ondertekent.

Alsoe het overall neet betaempt noch behoerlick, dat recht ende justicie durch praetext van abusen soll enichssins belett oft upgeholden worden, sijn wij ondergescreven hoefftmannen van wegen Con. Ma^ts. der Stadt ende Omlanden van Groeningen willich ende wall geneight, sodane abusen ende misbruycken, als int exerceren van der justicie up Con. Ma^ts. gerichtkamer solden daetlick moegen

[p. 476]

wesen edder bevonden worden, (na de justicie erst weder restitueert ende in hoer geheel gestelt) mit ende neffens onsen gen. here stadtholder na behoer te corrigeren, beteren ende affschaffen, salff ende onverkortet Con. Ma^ts. hoocheit mit oeck dordinantie van sijne alteze sampt der Stadt ende Omlanden privilegiën, tractaten, olde gewoenten, usancien, vrij- ende gerechticheyden. Tho oerkunde onse namen mit egener handen hiir ondergetekent. Actum den 4 Novembris 1579.