Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Sondach 6 Decembris 1579.Up dese voersz. puncten beraedtslaget ende volgendts geresolveert als nabescreven: Woewal neet sunder beswaringe erwoegen, dat men sijn Gen. deser tijdt mit 60 haeckschutten boven allet hoffgesind voerts helbardiers ende anders, na tgene dat den 24en Junii ende lesten Septembris verwillight, solden inlaten, der wijlen dennoch sulckes doemaels eenhellichlick beliefft ende sunst anders doer | |
[pagina 482]
| |
tweygerent van dien, als nu groot onraedth ende verdarff to besorgendeGa naar voetnoota), hebben de heren ende geswoerne voer geraedtsampst ingesehen onder de beloffte ende verbandt van gheene besettinge to gestadende (woe upten 23 Septembris eendrachtichlick bij den samptlycken heren ende borgeren angenomen), sijn Gen. allnoch den voerigen ontheet ende thosage te willen ende sullen bij den selven eedt getruwlick holden ende achtervolgen ende daerup sijn Gen. in gehoersamer onderdanicheyt in tho latende, voerbeholden dat sijn Gen. de stadt Groeningen mit gheen wijder garnison offte besettinge beswaren, dan bij oer privilegien ende gerechticheyden erholden sall. |
|