Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 7 Decembris 1579.Dit sus den hoptluede ende bevelhebber en voergedragen, sijn bij de heren ende geswoernen verbleven, doch enige makende beswaringe van besettinge, soe doer de 60 schutten solde towege gebracht moegen worden. Ende is daerna dit ondergescr. vervatet up ende tegens de voersz. geexhibeerde puncten, om sijn Gen. daerup in to latende. Instructie: Eerstlick sijn Gen. onderdanichlycken to vermelden, woe dat de van der stadt Groeningen sint noch, woe voer, in onderdanicheit geneight, sijn Gen. sampt desselffs hoffgesind mit de guardie van tsestich schutten edder soldaten ende neet meer mit aller eher ende reverentie binnen der stadt t'ontfangen, oeck na allen vermoegen te beschutten ende tbeschermen ende dat onder den selven eedt ende loffte, als durch de hoptluyde ende bevelhebbere der acht vendell borgerlycken regiments den 24 Junii gedaen ende den lesten Septembris weder vernijet ende ondertekent ende volgendts zijn Gen. tho Vullenhoe daetlick overlevert ende behandet geworden. Thodem, dat se oeck sijn Gen. neet sullen noch willen molesteren edder andringen, om de ghijselers erledight thebbende (behalven wes dienangaende doer frundtlycke communicatie ende onderrhedung soll fueglyck gescheen moegen) voer der tijdt, dat geboerlycke ordre tot vuldoeninge der twe eerste puncten des tractaets van Winsum gestalt sall sijn. Tho verstaende, dat sulckes gescheen sall mit medeadviis ende raedth des magistraets ende geswoerne van der stadt, de sich oeck tot alle reedlycke ende drachlycke middelen begeren te accomoderen der stadts privilegien, tractaten, usancien, vrij- ende gerechticheden salff ende onverkortet. Ennde mede, dat gheen garnison offte besettinge sonder de uterste nooth ende der stadts medeconsent ende believent noch oeck ander Unie dan der Generale Staten gepractizeert edder den borger angedrongen sullen worden. Vorder willen de van der stadt sijn Gen. ongemolesteert laten van alle andere saecken, die de bescherminge ende verseeckertheit der quartieren neet en sullen concerneren oft angaen, voerbeholden dat de justicie haeren geboerlycken voertganck effectuelick sall gewinnen ende sijn hoocheit ordonnancie na behoer onderholden worden. Ende dat de van der magistraet mede inrhedich sullen sijn int tgene tot bescherminge ende verseeckertheit der stadt Groeningen derselver jurisdictien ende onderhoerigen sampt den gemenen Omlanden sall na gelegentheit des tijdts dienstich ende noodich bevonden moegen worden. | |
[pagina 483]
| |
Versueckende voerts demoedelyck, dat de vorsz. schutten edder soldaten sonder der stadts ende borger kosten onderholden ende in sijn Gen. vertreek weder uuth der stadt genomen moegen worden. Ende lestlick van desen allen reciprocque acte van sijn Gen. in onderdanicheit tho begherende. Actum den 7 Decembris 1579. Dit voersz. conceptGa naar voetnoota) den olderman ende hoefflingen van de ghylden durch den bouwmesteren voergedragen, hebben sich des (der tsestich schutten belangende) neet dorven laden, sunder iider sijne ghylden te vermelden. Geantwortet, woe de ghylden ydtz onder tregiment begrepen, de sulcks all in Junio ende September beloefft, geswoeren ende onderteeckent, des se jummer nu neet konden revoceren; dat derwegen oeck entsloten de praesentie an sijn Gen. in manieren vorg. tlaten doen, daer twe borgermesteren, twe raedtsheren, een taelman ende secretarius up affgesonden a prandio, de bouwmesteren neet dorvende metreysen. Sijn Gen., tselve onversegelt ontfangen, heft voer affscheyt gegeven, ons tegens morgen vroe acte reciprocque te willen tokomen laten. |
|