Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 10 Februarii 1580.Twyst ende onlust tusschen sijn Gen. ende Popko UffkensGa naar voetnoot4). Lodwijck Schultz collecteur van de generale middelen verordnet, als up sijne supplicatie vertekent. B. ende R., o.e.n., sampt T., S.M. ende B.v.d.gh. hebben na tegenwoerdiger tijden gestalt voer raedtsam ingesehen ende entsloten, dat alle deghene geestlick edder wartlick, de uuth andere geunieerde steden ofte provincien onlangks alhiir binnen deser stadt, om te woenen ofte een tijdtlanck te verblijven, angekomen sint, dat deselve sullen sich voer eerst bij een erb. Raedt erfuegen ende rheden van hoer vertreck edder ankumpst voerbrengen, omme die gehoert ende verstaen hebbende, wijders gedaen te wordende, als men na gelegentheit bevinden sall te behoerende. Nota, dat dit schryfftlick iider clufft eenen gegeven, om den rotmestern ommeheer mit to deelen ende voerts eenen iideren te verkundigen. |
|