Donderdach 11 Februarii 1580.
Alsoe bij de Generale Staten seeckere middelen up de inkomende ende uuthgaende ghoederen beraempt, in achtervolch van dewelcken B. ende R. sampt T., S.M. neffens de Bouwm. v.d.g. Lodowijck Schultz tot eenen collecteur mit sijnen clerck edder schrijver verordnet, daer oeck sijn Gen. eenen contrerolleur werde bijfuegen ende dan de van de ghylden desfals doen voer wenden, woe oer soll geboeren, een adjunct daermede bij thebbende, item dat wen vellicht sodane generale middelen tot affbrueck ende verkrenckinge dusser stadts privilegien van stapell ende stapellrechten etc. muchten gerhaden, deselve alsdan weder affgeschaffet solden worden, hebben wij daerup den vrunden van den ghylden vorg. ontheten ende geloeft, dat sulckes, woe voergesz., neet en sall in consequentie oft achterdeell van hoer hebbende gerechticheyden oft oeck tot affbrueck edder verminderinge dusser stadts privilegien van stapell ende stapellrechten gedijen noch getogen worden, dan sinnen tselve oeck mit allen vlijth ende vermoegen voer tho komen ende te verhueden, geneight. Tho oerkunde onser stadts hiir upgedruckten signete den 11 Febr. 1580.