Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 4 Januarii 1581.

Sijn de 10000 car. gl. ende dobligatie van in 10 weeken te restitueren expediert ende affgefeerdight³⁾.

3) Borgstelling van Johan de Mepsche, luitenant, Igram van Achlum, K.M. president in den Hove van Friesland, Peter van Frijtema, raad in den Hove, Jurgen van Westendorp, raad en rentmeester-generaal van Friesland, en Feiko van Frijtema, raad en rentmeester van Coevorden, Drente en Ommelanden, zie Miss. prot. Alting II blz. 181.

[p. 506]

Vinckenborgh ende Gouthum continueert; bedracht de weeckleninge mit ende neffen Swarten¹⁾ vendel tsamen sweecks 1050 car. gl.

Postridie Regum den 7 Januarii sint de van Wynsum (daer omtrent 80 latende) mit ses vendel na den Dam getogen ende hebben Ferry, Haller, Pestel mit hoer ongemonstert volck verjacht, want se willich voergelopen. Ewsum eyscht Delffzijl mit vileynich scrijvent up, daer he sijn behoerlick antwort up bekomen ende is ijlendtz weder na Winsum gerucket na verdarvent ende wechnement, wes ten Dam is bekomen ende sunst nageloes²⁾ bevonden.

1) Peter Swart van Stellingwerf. Voor zijn commissie zie Reg. Feith 1580 nr. 148.

2) Tegenstelling van nagelvast, dus los.