Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach den 9 Augusti 1581.

Up avende Laurentii zijn de Guesen uuth Zelwert ende Adwert vertogen, oer schantz to Zelwert mit de schypbrugge in de brandt steeckende; gescheet om vijf uhren smorgendts¹⁾.

Item der oeverst coronel Verdugo²⁾ is hiir a prandio ad horam 4 persoenlick angekomen, de knechten tho Schoenloe ende daeromtrent verblijvende. Is gelogeert bij pastoer Eeltz in de weme up Sunt Martenskerckhoff. Derwijlen dan doctor Westendorp voer overgescreven, woe derselve heer mit geen koek versehen ende derwegen de koeck tegens sijn ankumpst versorget muste worden, hefft men mitten gaerbraer verdinget, voer ongeveerlick 20 personen alles van visch ende anders voer seecker penningen voer hoefft ter eheren tobereyden, behalven bier ende wijn. Des is sijn Streng. van Stadt ende Lande mit een tolast van 2½ aemen geschencket. Nota, dat 9 brab. stuver voer de maeltijdt gefordert.

1) Zie Miss. prot. Alting blz. 242-243. In diezelfde brief, van 12 augustus, schrijven B. en R. aan de syndicus, dat ze hem dringend nodig hebben, maar dat hij moet zorgen voor een bekwaam persoon, die de stadszaken bij Z.Ez^e kan behartigen.

2) Reg. Feith 1581 nr. 31 (Rijksarchief Gron.). Brief, waarbij de prins van Parma aan luitenant en hoofdmannen kennis geeft, dat hij bij provisie tot superintendent en bevelhebber had afgezonden Francisso de Verdugo. 31 juli.