Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Actum den 5 Januarii 1582.Wij B. ende R. der stadt Groeningen doen kundt ende betugen mit desen openen breve, soe ende nahdem den vrunden ende arffgenamen van wijlen des weerdigen, erntfesten ende walgeleerten heeren pastoers Mr. Radiguus Koeningk (piae memoriae) een naejaar van de pastorien vervallen ende upkumpsten na older gewoenten was competerende ende de nije heer pastoer (bij den allgemenen borgeren gewoentlycker wijse durch vrijen khuer ende stemmen erwhelet) sunder alsulcke vervallen ende upkumpsten neet wal vermoegendts der pastorien lasten ende onkosten te dragene ende der kercke ende gemeente na behoer tho bedienende, sint daerup persoenlick voer ons in gerichte erschenen west de erntfeste onse medeborgermester Joachim Ubbena mitsampt de erntfeste Syardt Koeningk, raedtsvorwanter, (caverende oeck voer den anderen mitarffgenamen ende vrunden des heren pastoers voerbenoempt) ende bekanden, dat se der stadt ende samptlycke borgerie torn besten ende den nijen pastoer tho leve ende ghoede dat voersz. naejaer vrijwillich hebben affgetreden ende verlaten, afftreden ende verlieten tselve oeck voert mitter daeth. Alsoe dat na deser tijdt ghene najaeren na affstarvent der successoren ende pastoren aldaer meer geholden ofte gebruycket sullen worden, mit dem bedinge nochtans ende voerbeholdt, dat de voersz. vrunde ende arffgenamen sullen voer hem ende hoeren arffgenamen quyteert ende gevrij et moegen wesen ende blijven van alsulcke dre embder gulden jaerlycker renten, als hoer voersz. ohem heer Mr. Radiguus saliger den preesteren tho St. Meerten de gremio tot eener euwiger memorien to ghevende belevet ende verwillight. Hebben demna wij mitter S.M. ende B.v.d.g. tot verseeckeringe ende bevrijonge derselver voersz. vrunden ende arffgenamen den gemelten preesteren sodane rentebrieff accordeert ende ghegeven, als hiirna volget:Ga naar voetnoota) |
|