Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 13 Augusti 1587.B. ende R. koenen neet bevinden, dat de wachtmester zijn naber Lambert tho na getymmert, midts dat de questiose wateringe vijff clijsoerGa naar voetnoot3) tusschen beyden wijth wesen ende blijven sall, tensij anders mit segel ende brieff to bewijsende. Der 4 durch des dekens fiscael besculdighte anabaptisten huysfrouwen durch den stadtdienaren gerichtlick an laten seggen, se hoer kinderen na der Catholischer kercken gebruyck sullen doen ende laten doepen, angesehen de mans, etzlycke mael voer een erb. Raedt te komen verboedet, neet gecompareert, dan sich uuther stadt begeven. |
|