Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jeugdleven (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Jeugdleven
Afbeelding van JeugdlevenToon afbeelding van titelpagina van Jeugdleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

Scans (26.28 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jeugdleven

(ca. 1930-1940 )–Edmondo De Amicis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Mijn vriend Coretti.

13, Zondag.

Ik ben met den grooten zoon van den portier een wandeling langs de rivier gaan maken. Op de helft van onzen weg, toen wij voorbij een groote kar gingen die voor een winkel stond, hoorde ik mijn naam roepen, en toen ik mij omkeerde zag ik Corretti, mijn schoolvriend, met zijn chocoladekleurig buisje en zijn bonte mutsje; hij was geheel bezweet, maar opgewekt, en had een groote vracht brandhout op de schouders. Een man, die op een kar stond, reikte hem telkens een arm vol takkenbossen toe; hij nam ze en bracht ze in den winkel van zijn vader, waar hij ze vlug nederlegde.

- ‘Wat doe je, Coretti?’ - vroeg ik hem.

- ‘Zie je het niet?’ - antwoordde hij, zijn armen uitstekende om een vracht hout te ontvangen, - ‘ik leer mijn les.’ -

Ik lachte, maar hij zeide het in ernst, en met de armen vol brandhout weggaande, zeide hij: - ‘Het werkwoord ondergaat wijzigingen... door de bepaling van den tijd... door de bepaling van den tijd en der persoon...

En toen, terwijl hij het hout op den grond wierp en het opstapelde: - ‘door de bepaling van den tijd... door de bepaling van den tijd waarin de werking is ge-

[pagina 25]
[p. 25]

schied...’ En vervolgens zich weer naar de kar keerende om een nieuwe vracht te ontvangen: ‘door de bepaling der wijze waarop de werking geschiedt.’ -

Het was onze taalles voor den volgenden dag. - ‘Ja, zie je’ - zeide hij mij, - ‘ik gebruik m'n tijd goed. Mijn vader is weg met den knecht; mijn moeder is ziek, dus moet ik het hout afladen. Intusschen leer ik onze taalles. Het is vandaag een moeielijke. Ik kan hem maar niet in mijn hoofd krijgen. - Kom even in den winkel,’ zeide Coretti. Ik trad binnen, het was een ruimte vol stapels hout en hoopen takkenbossen, en er stond een weegschaal aan elken kant. - ‘Het is een vermoeiende dag vandaag, dat verzeker ik je,’ - zeide Coretti, - ‘ik moet mijn werk doen met horten en stooten. Ik was bezig de zinnen te schrijven, toen er menschen kwamen om te koopen. Ik was juist weer begonnen met werken, toen de kar kwam. Dezen morgen ben ik reeds tweemaal naar de houtmarkt geweest op het plein van Venetië. Ik heb geen gevoel meer in mijn beenen en mijn handen zijn opgezwollen. Ik zou mooi staan kijken als ik teekenwerk had. 't Zou er mooi uitzien!’ - En intusschen veegde hij met zijn bezem over het drooge hout en maakte den vloer schoon van de spaanders, die er over heen lagen. - ‘Maar waar maak je je werk, Coretti?’ - vroeg ik hem. - ‘Hier natuurlijk niet,’ - antwoordde hij, - ‘kom mee en kijk maar,’ - en hij bracht mij in een kamertje achter den winkel, dat voor keuken en voor eetkamer diende, en op een tafel in den hoek had hij zijn boeken en schriften en lag ook het begonnen werk. - ‘Ja, juist,’ zeide hij, ‘het tweede antwoord heb ik opengelaten,’ - ‘van leder maakt men schoenen, riemen... En nu voeg ik er bij: koffers.’ - En hij nam zijn pen op en begon te schrijven met zijn mooi handschrift. - ‘Is er iemand?’ hoorde ik op dit oogenblik in den winkel roepen. Het was een oude vrouw, die rijshout kwam koopen. - ‘Hier ben ik,’ antwoordde Coretti, en sprong heen, woog het hout, ontving het geld, liep naar een hoek, om het verkochte in het boek aan te teekenen, en ging toen weer aan het werk, zeg-

[pagina 26]
[p. 26]

gende: - ‘Ik zou graag dezen zin afmaken.’ - En hij schreef: reistasschen, ransels voor soldaten. - ‘O mijn arme koffie kookt over!’ - riep hij opeens en vloog naar de kachel om de koffiekan van het vuur te nemen. - ‘Het is de koffie voor moeder,’ - zeide hij, - ‘het is maar goed, dat ik 'm ook zetten kan. Wacht een oogenblik, dat ik 'm haar breng. Zeven dagen ligt ze al te bed... Wat moet ik zetten achter ‘ransels voor soldaten’. Ik moet nog iets hebben, maar ik kan er niet opkomen. Ga mee naar moeder.’ - Door een deur kwamen wij in een ander klein kamertje; de moeder van Coretti lag in een groot bed met een witten doek om het hoofd. - ‘Hier is de koffie, moeder,’ - zeide Coretti, haar het kopje gevende; ‘dit is een van mijn vriendjes.’ - Intusschen schudde Coretti de kussens achter den rug zijner moeder op, legde de dekens recht, stookte het vuur op, en joeg de kat van de tafel af. - ‘Heeft u nog iets noodig, moeder?’ - vroeg hij toen, het kopje aannemende. ‘Heeft u al twee lepeltjes stroop ingenomen?’ Wanneer er niets meer is, loop ik gauw even naar den apotheker. Het hout is afgeladen, om vier uur zal ik het vleesch op het vuur zetten, zooals u gezegd hebt, en als de vrouw met de boter komt, zal ik haar acht stuivers geven. Alles gaat goed, maak u maar niet bezorgd.’ -

- ‘Dank je wel, kind,’ - antwoordde de vrouw, - ‘ik weet het wel, jij denkt aan alles!’ - Zij wilde dat ik een stukje suiker zou nemen, en toen liet Coretti mij een schilderijtje zien, een fotographie van zijn vader, hem als soldaat voorstellende, met het eerekruis op de borst, dat hij in '66 gekregen had, toen hij onder prins Umberto diende; het was hetzelfde gezicht als dat van den jongen, met levendige oogen en een vroolijken lach. Wij keerden in de keuken terug. - ‘Nu heb ik het gevonden,’ - en hij schreef bij den zin in het schrift: het tuig van de paarden. ‘De rest zal ik vanavond wel maken, ik zal wat later opblijven. Je bent wel goed af alle tijd te hebben voor je werk en ook nog om te gaan wandelen!’ - En als altijd vroolijk en opgewekt, ging hij naar den winkel en begon stukken hout op een

[pagina 27]
[p. 27]

schraag te plaatsen en ze daar door te zagen, terwijl hij zei: - ‘Dat is mijn gymnastiek! Ik wil, dat vader het hout gezaagd vindt als hij thuis komt; dan zal hij tevreden zijn. Het ergste is, dat als ik gezaagd heb. ik de t en de 1 als slangetjes maak, zooals meneer Perboni zegt, maar wat kan ik er aan doen? Ik zal hem zeggen, dat ik veel met mijn armen heb moeten doen. Wat er nu het meest op aan komt, is dat mijn moeder gauw heelemaal beter wordt. Ik zal de taalles morgen wel leeren. O! daar is de kar met de blokken! Nu aan het werk!’ -

Een kar, met blokken hout beladen, stond voor de deur van den winkel stil. Coretti haastte zich naar voren, om met den man te spreken. - ‘Vandaag kan ik je niet langer gezelschap houden,’ - zeide hij tegen me - ‘tot morgen! Prettige wandeling!’

En nadat hij mij de hand gegeven had, ging hij naar buiten om het eerste blok op te vangen, en begon toen heen en weer te loopen van de kar naar den winkel, met een gezicht dat zoo frisch als een roos onder zijn muts te voorschijn kwam, en zoo vlug dat het een plezier was hem te zien.

Brave jongen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken