Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rozijntje (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rozijntje
Afbeelding van RozijntjeToon afbeelding van titelpagina van Rozijntje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

ebook (2.82 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rozijntje

(1931)–Clara Asscher-Pinkhof–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XVII.
Vrije middag.

Met een zeker genoegen constateerde Rozijntje, dat er noodig het een en ander bij gekocht moest worden, in de keuken en in de linnenkast. Dingen, die in haar eigen dorp niet te krijgen waren.

Ze had het allang gezien, maar telkens uitgesteld. En nu was er gelukkig geen uitstel meer mogelijk.

Heerlijk toch, dat het hier in 't dorp niet te krijgen was. Nu moest ze wel met de fiets naar 't grootere dorp in de buurt, - het dorp waar haar Joodsche meester woonde, - en nog wel overdag. Want 's avonds was 't al mooi vroeg donker, dan kon ze niet goed meer terecht in de winkels.

Ze verkneukelde zich in 't vooruitzicht. 't Moest maar zoo geregeld worden, dat ze een middag van

[pagina 107]
[p. 107]

huis kon. Als ze nu al het eten van te voren klaar had en op een petroleumpitje zette, en ze vroeg Lea of zij de aardappelen opzette als ze thuis kwam van den dokter, en ze kwam zelf een kwartiertje vóór 't eten thuis, - dat kon best!

En dan den heelen middag uitblijven. Eerst heenfietsen, op 'r gemak de boodschappen doen en als een echte juffrouw alles thuis laten sturen, - stel je voor, ze kon toch niet met een nieuwen groentenemmer over den weg fietsen! - dan bij Meneer en Mevrouw op visite, midden overdag, en tenslotte terug peddelen.

Ze repte zich dien morgen wat ze kon, en ging dadelijk, toen Jupie naar de middagschool was, naar boven om zich klaar te maken voor haar uitgangetje.

Wat had ze een zin om zich netjes te maken.

Zou ze, - nee, onzin natuurlijk, - zou ze haar lichtgroene voile jurk aandoen? Om zich net zoo te voelen als in de stad?

't Was eigenlijk al flink koud weer. En dan op de fiets! Maar met haar mantel erover?

In gedachten zag ze zich de kamer van meneer en mevrouw binnenkomen, de mantel in de gang uitgedaan, en zij met haar mooie jurk met de bloem aan haar schouder en zonder mouwen in de kamer. Hoe zouden ze het vinden?

Ze voelde vaag, dat dit niet de recht geschikte jurk was voor meneer en mevrouw. Mevrouw zou bovendien nog doodsbang zijn, dat ze op de fiets kouvatte.

Niet doen? Maar ze was zoo nieuwsgierig hoe ze 't vonden.

Wel doen? Maar 't was zoo koud, en 't paste zoo

[pagina 108]
[p. 108]

weinig bij den fietsweg en het dorp waar ze uit kwam en het dorp waar ze heen ging.

Niet doen? Maar ze had toch een dikke mantel en op den weg zag geen mensch er wat van.

Wel doen. Wel doen. Ze maakte een klein sprongetje van plezier, dat ze zichzelf verlof had gegeven de jurk aan te doen.

Zonder er recht bij te denken, legde ze haar haar in losse golven over de ooren vóór ze 't ging vlechten. Ze haalde de linten voor den dag en strikte ze als vlinders onderaan de lange staarten.

Nu de jurk aan. Vooral niet naar de zwarte, dikgebreide kousebeenen met de plompe schoenen kijken. Alleen naar de jurk, dat heerlijk bezit uit de stad.

Ze voelde zich koud van de luchtige voile, en warm van plezier. O, wat een middag werd het toch!

Haar wollen muts zette ze zóó op, dat er op zij nog een golfje haar uit kwam. Daardoor leek het opeens een heel andere muts. Nu de mantel aan, de warme, dikke, - de boodschappentasch aan 't stuur gehangen, - in de keuken gekeken of er niets kwaad kon, - en huup, op de fiets.

Overdag op de fiets, dat kwam niet vaak voor. En 't was zoo'n mooie herfstdag, koud en zonnig. De struiken en boomen waren nog veel feestelijker gekleed dan Rozijntje zelf: bruin en rood en geel en oranje, - soms van de eene struik naar de andere een blinkende herfstdraad.

De boomgaarden stonden zwaar onder de appels of peren. Sommige gaarden waren al leeggeplukt, - maar die nog niet geplukt waren, konden het haast niet dragen, zóóveel was het.

[pagina 109]
[p. 109]

Ze zag het allemaal wel, Rozijntje. Ze reed wat langzamer, als ze langs zoo'n boomgaard kwam, - en als er een recht stuk open weg kwam, dan rende ze met een dolle vaart over den zonnigen weg.

Wat een middag, wat een middag!

Ze lachte tegen iedereen, die ze tegenkwam, net of die ook zoo'n wondermiddag beleefde als zij, net of die ook vrij had vandaag, vrij van het werk van elken dag....

In de winkeltjes, - want groote winkels waren er niet, - deed ze echt juffrouwachtig, net of ze er verstand van had. Het speet haar opeens, dat ze geen opgestoken haar had. Dan had ze nog veel echter de katoenen lappen tusschen haar duim en wijsvinger kunnen wrijven, met een proevend gezicht en gefronste wenkbrauwen. Nu, met twee vlechten op haar rug, was het maar zoo-zoo.

In het winkeltje-van-alles kocht ze wat lepels en pannetjes, en vroeg deftig of 't bezorgd kon worden.

‘Oja’, schoot haar te binnen, ‘en de minnich-emmer’.

Ze moest er meteen om lachen, dat ze bij ongeluk minnich-emmer gezegd had, - groente-emmer had ze moeten zeggen!

Maar de vrouw zei rustig:

‘Welke kleur gebruik je voor minnich?’

Toen voelde ze zich ineens zóó op haar gemak in dit winkeltje, dat ze druk babbelde over haar grijze minnich-emmer, die lek was, en haar donkerblauwe vleesch-emmer, en haar witte melk-emmer, en al de geheimen van haar keuken!

Was 't ook niet net, of je hier in stad was? Je

[pagina 110]
[p. 110]

stapte een winkel binnen en 't was een Joodsche winkel.

 

Meneer was in de Joodsche school. Mevrouw zat natuurlijk te breien.

Toen Rozijntje binnen stapte, tot groote verrassing en blijdschap van mevrouw, durfde ze toch maar niet ineens haar mantel uit te doen.

Als ze 'm eens niet mooi vond, dan zat ze er maar mee.

‘Kind, kind’, verbaasde mevrouw zich, maar keek dadelijk gerustgesteld in Rozijntje's fleurig gezichtje, ‘hoe kom je toch hier, midden op den dag?’

‘Inkoopen’, snoefde Rozijntje.

Mevrouw moest lachen om haar toon.

‘Doe eerst je mantel eens uit. Als meneer daar uit school komt, drinken we samen thee.’

Rozijntje keek bedenkelijk. Werd het niet te laat?

Neen, zóó lang duurde het niet meer. Maar toe, eerst haar mantel uit.

Rozijntje aarzelde.

‘De jurk uit de stad zit er onder.’

Nu werd mevrouw één en al nieuwsgierigheid. Toe, gauw dan!

Rozijntje zette eerst haar muts af. Dat was zoo'n soort overgang: dan kon mevrouw vast aan haar losse lokken wennen.

Dat was een goed begin. Nu de mantel uit. Daar stond ze, in al haar pracht en praal.

Mevrouw sloeg de handen in mekaar en schudde 't hoofd.

[pagina 111]
[p. 111]

‘Prachtig. Was ie dat nou, waarvan je vertelde? En die bloem!’

Wat viel het allemaal mee!

Maar opeens betrok mevrouw's oud gezichtje.

‘Kind, je wordt nog ziek! Zóó dun en zonder mouwen in dat koude weer!’

‘Mijn mantel is dik’, verdedigde Rozijntje.

‘Dat doet er niet toe’, deed mevrouw streng. ‘Jij gaat straks niet naar huis zonder meneer z'n wollen das.’

Rozijntje's gezicht werd àl fleuriger. Heerlijk, als iemand je een standje gaf uit bezorgdheid. Heerlijk om straks als een schoolkind ingepakt te worden, - in meneer z'n wollen das!

Meneer kwam uit de Joodsche school terug. Meneer was verbaasd en blij om Rozijntje's bezoek. Ze dronken thee met z'n drieën, en Rozijntje zat aldoor te wachten, wat hij van de stadsche jurk zonder mouwen zou zeggen.

Toen mevrouw haar met een groote veiligheidsspeld in meneer z'n wollen das speldde vóór ze haar mantel aan deed, knikte meneer tevreden.

‘Da's goed, vrouw. 't Is koud weer.’

Mevrouw en Rozijntje keken elkaar aan en lachten.

Had ie me daar toch niet eens gezien, dat ze wat nieuws aan had!

 

Op den terugweg zag ze een fietsersrug voor zich uit gaan, een beetje gebogen rug, en daarboven een pet, die ze zelfs in de schemering kende.

Vader.

Ze trapte hard om hem in te halen.

[pagina 112]
[p. 112]

‘Hallo! Vader, hallo!’

Eindelijk hoorde hij haar, keek om en reed langzamer.

Toen ze hem ingehaald had, zei ze blij:

‘Wat toevallig! Wat gezellig dat we samen teruggaan!’

Vader knikte blij, zei weinig.

Zoo'n groote dochter naast hem. Wat heel anders, dan alléén thuis te komen van z'n werk.

Toen begon hij, langzaam en moeilijk, van z'n zaken van dien dag te vertellen. Dat had hij nog nooit gedaan.

Rozijntje luisterde alleen maar, vereerd en gelukkig. Ze knikte van tijd tot tijd, om te laten zien dat ze hoorde, maar durfde haast niets zeggen, bang dat ze een eind aan zijn verhaal zou maken.

Wat een middag!

Vóór 't huis stapten ze af, en vader nam haar de fiets uit handen en zette hem voor haar in de schuur.

En toen ze samen de keuken in stapten, allebei met stralende gezichten, - vader die aan z'n groote dochter van z'n zaken had kunnen vertellen, en Rozijntje, die had mogen luisteren, - toen stond de tafel al gedekt. Dat had Lea gedaan.

Met meneer z'n wollen das nog om de schouders gespeld, in haar lichte jurk, met 'r haren een beetje verwaaid, stond Rozijntje daar als een vreemd ding in haar eigen keuken, - zóó gelukkig, zóó gelukkig, dat ze 't wel wou uitschreeuwen.

Wat een middag! Wat een middag!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken