Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3 (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3
Afbeelding van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.29 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3

(1876)–R.C. Bakhuizen van den Brink–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Fuss.

‘Op den 31en Januarij [1860] overleed te Luik in den ouderdom van 78 jaren de emeritus hoogleeraar in de Latijnsche letterkunde, prof. Fuss. Hij was te Duren geboren, en aan de hoogeschool van Luik, sedert hare oprigting, werkzaam. Als schrijver heeft zich prof. Fuss inzonderheid door zijne meesterlijke Latijnsche verzen (onder anderen ook door eene overzetting van Schillers klokkenlied) roem verworven.’ - Wij vertalen deze aankondiging

[pagina 490]
[p. 490]

uit een Duitsch tijdschrift, onder vergeefsche pogingen, om ons van lagchen te onthouden. In een vlaag van nog niet genoeg verdrongen bijgeloof, dat alle wijsheid uit Duitschland moest komen, werd, bij de vestiging van het koningrijk der Nederlanden, prof. Fuss, uit, ik weet niet welk, gymnasium, naar België beroepen. Voor de regtsgeleerdheid deed men bijzonder gelukkige grepen, door mannen als Birnbaum en Warnkönig aan de nieuwe universiteiten te verbinden, maar voor de philologie vestigde men de keus op een paar fossilen, die geene andere leerlingen gemaakt hebben dan Baguet en Roulez; - den naam des laatsten als archaeoloog willen wij niet te na gesproken hebben; maar door zijne uitgave van Ptolemaeus Hephaestionis heeft hij alle aanspraak op den titel van Hellenist verbeurd. Op die fossile Duitsche philologen maakte alleen Bernhardy eene roemvolle uitzondering; maar hij was ook in des te lager betrekking bij de hoogeschool van Leuven aangesteld. Fuss daarentegen was een echt specimen van het genus, dat den Belgen het, sedert het inbreken der Jesuiten verwaarloosde, Latijn moest onderwijzen. Wie in die jaren aan eene Noord-Nederlandsche hoogeschool zijne opleiding genoot, herinnert zich met ons het leerboek van Fuss over de Romeinsche oudheden, een boek dat de voortreffelijke Reuvens gebruikte, omdat het iets bruikbaarder was dan de versleten Antiquiteiten van Heineccius; maar dat Reuvens leerlingen al spoedig achter de bank smeten, deels omdat wij aan beter Latijn gewend waren dan het ongenietbare van Fuss, deels omdat onze jeugdige begeerlijkheid zich uitstrekte naar de verboden vruchten uit de plantingen van Niebuhr en Zachariae. Het laatst, dat wij van Fuss, die door de omwenteling van 1830 aan ons vaderland vreemd werd, ontvingen, waren zijne Latijnsche gedichten. Fuss maakte gedichten van allerlei soort: oude en nieuwe, zelfs Grieksche. Maar de nieuw-Latijnsche waren het voorwerp van zijne keuze en hij schreef eene opzettelijke verhandeling om der Belgische jeugd het maken van rijmende verzen in

[pagina 491]
[p. 491]

het Latijn en zoogenaamde versus Leonini aan te bevelen. De schim van den eerwaarden Laevinus Torrentius had tegen hem moeten opstaan; doch het gevolg van zijn vergrijp tegen de klassieke oudheid was vrolijker. Onze P. Hofman Peerlkamp nam er aanleiding uit tot een der geestigste opstellen, welke ooit aan zijne pen ontvloeid zijn, en zijne kritiek (Bibl. Crit. Nova T.V. p. 224) zal nog leven, wanneer niemand meer aan het prulschrift van Fuss denkt. Misschien had Fuss in zooverre eenig gelijk, dat de kring der Latijnsche muze afgeloopen is en dat uit nieuwere poëzy nieuw voedsel voor gedachten en vormen gezocht moet worden, indien men nog de ongerijmdheid wil volhouden in het Latijn dichter te zijn; maar Peerlkamp bewees, dat althans de weg, door Fuss ingeslagen, de regte niet was. Nog altoos zoekt de nieuwe akademie van wetenschappen naar de oplossing van het probleem hoe de klassieke eischen van Peerlkamp vereenigbaar zijn met de behoeften aan vormen voor uitdrukking van nieuwe denkbeelden; maar er is waarlijk geen gevaar, dat het zich steeds cumulerende kapitaal van Hoeufft aanstoot lijden zal, zoo lang Duitschland Fuss' vertaling van het Lied der Glocke tot de ‘musterhafte’ Latijnsche gedichten blijft rekenen.

(De Ned. Spectator, 1860, No. 9.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren (5 delen)


auteurs

  • P.A. Tiele