Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Branding (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Branding
Afbeelding van BrandingToon afbeelding van titelpagina van Branding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

Scans (14.04 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Branding

(1941)–Piet Bakker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

[II]

Reier 't Hof, de koddebeier, rolde met voorzichtige vingers 'n cigaret en genoot even van de zurige shag. Hij kon er moeilijk toe besluiten om de warme bedstee uit te kruipen. Waarom zou ie ook eigenlijk? Gestroopt zou er wel niet worden met dit barre weer. Wat nou uit huis ging, liep langs 't strand en met jutters hoefde hij zich, God zij gedankt, niet bezig te houden. Hij had alleen op de stropers toe te zien.

Nee, nou het duin ingaan had geen zin. Hoogstens zou er een enkele delver bezig zijn en het loonde de moeite niet. Zo een moest je toevallig tegen zijn lijf lopen en dan was ie zuur.

Reier luisterde naar de storm, die in onverminderde hevigheid voortduurde. Vannacht het duin in.... Je kon er donder op zeggen, dat ze tegen 't donker met een hele koppel gingen branden. Steef natuurlijk voorop! Driftig zwiepte de jachtopziener zijn cigaret in de kolenkit. Steef, verdomd nog toe! Als hij hem een maand of wat kon bezorgen, zou 't met die stroperij wel minder worden. Steef was de hoofdman, de leider. Een bink met meer hersens dan alle anderen bij mekaar. Een lefduivel eerste klas.

Reier kon het weten. Verleden jaar nog was hij zelf

[pagina 12]
[p. 12]

nacht aan nacht met Steef op de stroop gegaan. Samen waren zij koning van het duin geweest. Wie kon er tegen hen op? Zeker die ouwe Derksen niet, de koddebeier van den baron. Een sukkelaar, die stijf liep van de rimmetiek en het wel geloofde, als de regen over het duin sakkerde. Nooit zag je 'm 's nachts op het pad. Steef en Reier waren de onbestreden heersers in honderden bunders duinland!

't Was gek gelopen. Op een middag waren ze kalm aan het delven geweest. Steef had de pijpen van het konijnenhol afgedekt en een groot gat gegraven. Reier kroop er steeds dieper in en juist toen hij met gestrekte arm bij het hol kon komen om de konijnen eruit te trekken, kreeg hij een wilde ruk aan zijn been. Hij hoorde de hond kwaadaardig waarschuwen en krabbelde als de bliksem achteruit.

Nog net kon hij Steef met een vervaarlijke sprong achter een doornbosje zien verdwijnen, waar hij ijlings de benen nam.

Verbouwereerd keek Reier om zich heen. Hij verstarde....!

De jachtheer, baron Crijnssen, hield zijn revolver op hem gericht....

Reier zag het nog zó voor zich. Als een stenen beeld stond de baron daar. Zijn stekende ogen knipperden niet eens. Roerloos bleef de hand met de revolver op hem gericht. Vluchten zou zelfmoord zijn geweest. Je hoefde alleen maar naar die strakke, dunne mond te kijken om te weten, dat er onmiddellijk raak zou worden geschoten, als je een lid verroerde.

‘Doe maar weg dat pistool, baron!’ had Reier met een niet bijster geslaagd lachje gezegd. ‘Ik zit er in....’ Het gezicht bleef strak.

[pagina 13]
[p. 13]

‘Haal die konijnen uit het hol.... Toe vooruit, of ik schiet je dwars door je donder!’

Er viel niet met dien baron te spotten. De hele streek was bang voor 'm. Wat moest Reier doen? Het glimmende cirkeltje van de revolverloop zag er net zo ongenadig uit als de ogen van baron Crijnssen. Aarzelend was Reier weer in het gat gekropen en hij had er twee bazen van konijnen uitgehaald.

‘Voor me uit lopen en die konijnen naar huis brengen....’

't Was je een toestand geweest! Een half uur had Reier duin op, duin af gesjouwd, zonder om te kijken, met zekerheid wetend, dat de revolver nog steeds op hem gericht was. Een klein eindje moesten ze over de grote weg. Popstra, de postbode, was er langs gekomen op de fiets en toen wisten ze in Zandwijk natuurlijk allemaal, wat er loos was geweest....

Op het kasteeltje had de baron Reier gedwongen om de konijnen zorgvuldig te slachten en onder de kraan af te wassen. Alle vuile boel had hij moeten redderen, waar de twee meiden en die slome huisknecht bij waren. Als een kleine kwajongen was Reier behandeld.

En toen gebeurde het ergste....

Hij moest mee naar de kamer van den baron. Steeds nog die vervloekte revolver pal op de borst. Sodeju, wat had Reier zich klein gevoeld daar in die grote zaal van de Borchhoeve, tussen al die boeken en die schilderijen. Compleet een malle droom was het!

Toen de baron kalmpjes op zijn stoel zat - precies een kantonrechter! - had hij een cigaret opgestoken - uit die revolver! Er kwam een klein vlammetje uit het ding. Een aanstekertje met een cigarettenkoker - daar had de gehaaidste stroper uit de hele streek zich door laten verbluffen! En de baron had niet geglimlacht en niks

[pagina 14]
[p. 14]

gezegd. Even ijskoud als daarnet zat ie op z'n stoel, zonder zijn gevangene met een oog aan te kijken! Als Reier toen een kerel geweest was, had ie de tafel omgetrapt of een lamp van de zolder getrokken. Maar hij was helemaal de kluts kwijt in die grote, deftige kamer en bij zo'n grimmigen griezel als Crijnssen.

Zonder wat te zeggen, had ie zich omgedraaid om weg te gaan.

‘Wacht nog even, 'k heb je wat te zeggen....’

Die stem sneed 'm door z'n merg!

Toen was de baron met zijn voorstel gekomen:

Reier moest den ouwen Derksen opvolgen als koddebeier. Hij kon twee tienen in de week krijgen en vrij wonen in het huisje van den opziener.

‘Met wat je van me steelt, haal je dertig gulden per week. En als je je kameraad Steef Paauwels voor een maand erachter werkt, zit er een gratificatie van honderd gulden op....’

Reier was in lachen uitgebarsten. Hij koddebeier! Dat kon de baron niet menen!

‘Je kan ook weigeren’, had baron Crijnssen met toonloze stem gezegd. ‘Maar dan word je morgen op straat gezet en je hoeft er niet op te rekenen, dat je van 't zomer nog badman bent. Nou ga je weg en vanavond om acht uur kom je je antwoord brengen....’

Als een waanzinnige was Reier door het duin gelopen. Wat moest hij beginnen, nou hij in de klauwen van dat harteloze monster zat?! Hij woonde in een van zijn huisjes, waar een mooie lap grond bij was. Heel de streek was immers van dien duivel! Waar moest ie heen, als hij morgen uit zijn huis werd gezet? Hij, z'n nicht Anne en Bregje, z'n verlamde kind! Een woning was er niet te krijgen! En als hij de volgende zomer

[pagina 15]
[p. 15]

geen badman mocht zijn, waar moest ie dan van vreten? Enkel van de stroop en wat jutten?

Ja, als ie alleen voor zichzelf had moeten zorgen, dan had ie 'm in z'n smoel geslagen. Maar wat most Bregje beginnen, als vader niet verdiende? Als hij in 't voorjaar z'n zes of tien weken opknapte wegens de stroperij? De baron had het meeste geld gestoken in het Zeebad, hij kon hem maken en breken....

Maar koddebeier worden....?

Reier wist wel, dat de jachtheren graag een fiksen stroper als koddebeier namen. Met dieven moesten ze dieven vangen. In Hoornnes was het gebeurd met Arend van Antje. Die had zich laten verleien. Een jaar later liep hij kreupel. Lam geslagen in het donkere duin.

Koddebeier worden, was het vuilste verraad, waar ze in hun stroperskroegjes uren lang giftig over konden mokken. En moest hij, Reier van 't Hof, zich daar nou toe lenen? Dat verdomde hij eeuwig....!

Wat kon 't zo'n baron nou schelen, dat er wat konijnen uit zijn duin gestroopt werden? Nooit ging ie op jacht. In geen jaren was er een troep jagers het duin in geweest, want vrienden had ie niet. 't Was alleen machtswellust. Het duin was van hém! Daar duldde hij niemand in. Had de provincie verleden jaar niet de konijnen willen gassen, omdat ze de zeewering verpestten met hun gegraaf? De baron had er zich tegen verzet. 't Was zijn duin! En in Haarlem zat ie zeker behoorlijk in z'n relaties, want de gasserij was niet doorgegaan. Hel en donder nog toe! Ze konden bij het provinciaal bestuur blij zijn, dat er nog stropers waren. Anders werd het duin helemaal ondermijnd....! Piekerend, scheldend, tierend was Reier van 't Hof door het duin gelopen en eindelijk bij Steef aangekomen.

[pagina 16]
[p. 16]

Toen hij de duinpan afliep, stond Steef al aan de deur en hij lachte. Pantertje sprong tegen Reier op, maar hij schopte de hond weg.

‘Hait ie je te graeze gehad, die voile bloedhond?’ vroeg Steef. ‘Je heb er toch zekers skait an? Twee weken zitten, da's nou krek alles! Ik kon nog net weg schiete. As 'k was blaive staen, wazze we allebai bokkie geweest! Wat hait die ouwe rover je gezaid....?’

Hortend en hakkelend had Reier verteld, wat zich op de Borchhoeve had voorgedaan. Steef had gebulderd van 't lachen en was een fles klare jenever en twee glaasjes uit de kast gaan halen.

Toen kwam het gruwelijke voorstel van den baron ter sprake.

‘En hai je 'm toen niet meteen een klap voor z'n harses gegeve....?!’ schreeuwde Steef. ‘'k Wou dat ie 't main gezegd had, dan zat ie nou met z'n zure boevekop in 't verband!’

Zwakjes was Reier beginnen te praten. Wat most Bregje beginnen? Geen huis, geen grond en geen baantje bij 't bad....? Wat kon ie doen....? Mocht ie z'n verlamde kind laten verrekken....? Had Steef wel es gedacht aan het leven van een weduwnaar....? Hij zat in de greep van den baron - hij zag geen uitkomst....!

Steef had hem met zijn grote, felle ogen eerst verwonderd, toen dreigend aangekeken. Reier durfde die blik niet te doorstaan, gluupte telkens weg. Als hij het deed, zoue ze ommers een makkelijke an 'm hebbe....? Ja, hij had nog geen besluit genome, daar niet van, maar hij mocht het niet meteen wegsmijte.... Daarom was ie juist met Steef komme prate....

Het werd stil in het huisje.

[pagina 17]
[p. 17]

Plotseling was Steef opgestaan en onwillekeurig was ook Reier overeind gerezen.

‘D'r valt met main niet te prate!’ had Steef gezegd en Reier rilde bij dat donkere, onheilspellende van zijn stem. ‘Nou hai je een besloit te neme: Koddebaier of stroper, een labbekak of een man!

Ik heb ook voor zo'n akkevietje gestaen, dat weet je! Toen wou m'n knappe reder me een schoit laete opbrenge. Vaif doizend guldens en een vaste aanstelling als trawlerschipper en misschien wel trouwe met z'n enige dochter. Maar dan was ik ook verders het doodschoppe nie waerd geweest. 'k Ben nog altaid blai, da' 'k 'm door z'n aige kantoor geslaege heb. Daer mot je nie over denke. Dan mot je meteen wete, wat je te doen staet. Net as jai nou....

Vooroit....! Hier hai je 't me te zegge: Ja ofte nee..!’ Met een forse ruk had Steef hem bij de borst gegrepen, zijn brandende ogen vlak bij de zijne.

En Reier van 't Hof had op dit eeuwigheidsmoment gefaald.

‘'k Mot er over denke.... 'k lae me 't mes niet op m'n strot zette....!’

De greep ontspande zich. Steef trapte de deur open.

‘D'r oit....!’

Verschrikt had Reier opgekeken.

‘D'r oit godverdomme....!! Pantertje - graip 'm..!!’

Even aarzelde de hond, keek den baas aan en den vriend van den baas....

‘Graip 'm....!’

Maar Reier was het huis uitgehold en hoorde nog, hoe de deur achter hem werd dichtgekwakt.

Als een slaapwandelaar was hij naar de Borchhoeve gelopen.

‘Zeg an de baron, dat 't goed is....’, had hij den slomen huisknecht hees toegegrauwd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken