Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls
Afbeelding van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der PeulsToon afbeelding van titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (7.30 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

(1884)–Johan Hendrik van Balen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XI.
Fernando en Rosita. - Een flink besluit.

Terwijl dit gesprek binnen plaats had, werd er een dergelijk buiten gevoerd tusschen donna Rosita en den jongen man, die door kapitein Campo ‘de jongen’ werd genoemd.

Fernando de Vivès, die voor een neef van den rijken slavenhandelaar doorging, was een knap jonkman. Hij was nauwlijks twintig jaren oud, flink ontwikkeld, krachtig en vlug. Op zijn edel schoongevormd gelaat lag eene uitdrukking, die het midden hield tusschen ontevredenheid en droefgeestigheid, doch die vooral voor een jong meisje iets aantreklijks had en waarvan wij spoedig de reden zullen weten.

In het huishouden van de Vivès opgegroeid, ontwikkeld onder het oog van den slavenhandelaar als speelgenoot van donna Rosita, zou het volstrekt geen wonder zijn geweest, indien Fernando gemeenzaam ware geworden met de in die omgeving heerschende begrippen en denkbeelden. Doch het tegendeel was waar. Indien iemand ooit een tegenstander van de slavernij is geweest, dan was het Fernando, en deze karaktertrek was het, die aan de Vivès zooveel zorg baarde.

[pagina 53]
[p. 53]

Toch dagteekende de humane gevoelens van Fernando eerst van eenige jaren terug. Een toevallig in het bezit van Rosita gekomen boek had hem de oogen geopend, en in het voor indrukken nog zoo open gemoed van den jongeling de zaden van humaniteit en rechtvaardigheid rijkelijk uitgestrooid. De eenige, die hij deelgenoot van zijne ontdekking kon maken, was zijne vriendin Rosita, en het kon wel niet anders of deze, die één was met Fernando, nam met evenveel graagte de nieuwe denkbeelden aan.

Van dien tijd dagteekende het edel verbond, dat zij hadden gesloten om alle pogingen in het werk te stellen tot afschaffing van den slavenhandel.

Jammer genoeg vorderden zij geen stap. De taak was voor hunne geringe krachten te zwaar, en hoewel er hunne aandacht op gevestigd, hun denken en werken er op gericht bleef, moesten zij toch de illusie van eene spoedige bereiking van hun doel weldra opgeven.

In afwachting van gunstiger tijdstip en omstandigheden deden zij wat zij konden. Fernando had als de neef, die naar alle menschlijke berekening weldra de schoonzoon van de Vivès zou worden en dus de erfgenaam van diens schatten, een grooten invloed op den gang der zaken en werd bovendien door Rosita gesteund. Naarmate hij opgroeide en tot eene taak van meer omvang bekwaam werd, nam hij de leiding der zaken bijna geheel op zich, om des te beter in de gelegenheid te zijn te doen wat zijn hart hem ingaf, en op deze wijze duurde het niet lang, of senor Fernando werd door iedereen beschouwd als de chef van het groote handelshuis.

Eerst toen hij zich onmisbaar had gemaakt voor de Vivès, achtte Fernando het oogenblik gekomen dien met zijne denkwijze openlijk bekend te maken.

Deze bekentenis viel den oom rauw op het lijf. Wel had

[pagina 54]
[p. 54]

Fernando's gedrag hem dikwijls verwonderd, wel was hij verbaasd geweest over de menschlijke wijze waarop deze met de zwarten omging, wel had hij hem uitgelachen over zijn vertroetelen der slaven, doch hij had gemeend, dat Fernando eigenlijk met al deze humaniteit meer het belang der zaken op het oog had dan liefde jegens de ongelukkige wezens, waarin de Vivès handel dreef.

Hij zat dan ook met de nieuwe wending, die de zaken genomen hadden, aanvanklijk niet weinig in de klem. Fernando was voor hem onmisbaar, want sinds deze het beheer der zaken had in handen genomen, had de Vivès er zich langzamerhand uit teruggetrokken en overtuigd, dat het beleid zich in goede handen bevond, zich bepaalt tot eenvoudige kennisneming van de voornaamste voorvallen en nu en dan de boeken eens ingezien. Zich nu eensklaps weer in het woelige, bedrijvige leven van een man van zaken te storten, lachte hem niet toe, en pogingen in het werk te stellen om een bekwaam persoon aan zich te verbinden, evenmin. Het rustige leven, dat hij nu leidde, beviel hem uitmuntend en hij schrikte voor de beslommeringen van zijn vroeger leven terug.

Het eenige, wat hij doen kon, was eene poging om Fernando te overtuigen van zijne onvoorzichtigheid, daar hij door zoo te handelen, gevaar liep de hand van Rosita te verbeuren. De jongelui waren naamlijk verloofd en beminden elkander met de reine liefde van edele karakters in hunne eerste liefde. De Vivès kon echter niet denken, dat hij alleen naar Rosita's bezit streefde en niet naar de schatten die zij zou erven. In die meening dacht hij Fernando door bedreigingen en verbreking van het engagement te nopen zijne denkbeelden aan den dijk te zetten.

Hoe goed dit plan overlegd was, viel het echter spoedig in duigen.

[pagina 55]
[p. 55]

Bij de eerste poging toch verklaarde Rosita, dat zij het geheel eens was met haar verloofde en in geen geval hem zou afvallen.

Dit sloeg alle verwachtingen van de Vivès den bodem in. Rosita was voor den eenzamen rijkaard alles; zijn eenig kind was zijn oogappel en in zijne liefde tot haar had hij haar zoo'n overheerschenden invloed doen verkrijgen over hem, dat haar wil eene wet was. De oude durfde dus van geen verbreking van het engagement te reppen en begreep, dat hij moest berusten in de zaak, hoezeer dat ook tegen zijn zin was.

De gevolgen van deze handelwijze bleven niet uit. De verbondenen werden stouter en het duurde niet lang, of de Vivès werd er gewoon aan door hen de les te worden gelezen over zijn verachtelijken handel, zijn menschonteerend bedrijf. Sterk door eendracht, trachtten de gelieven den slavenhandelaar te bekeeren, maar op dat punt was de verstokte negerkoopman doof. Hij had te veel schatten gewonnen met zijn bedrijf, om het zoo maar opeens aan kant te zetten.

Intusschen was Fernando gebleven in zijne betrekking tot de zaken, tot groot genoegen van de Vivès, wien het ten slotte weinig kon schelen welke denkbeelden Fernando had, indien hij slechts voortging met zijne beste krachten aan de zaken te wijden.

Tot voor korten tijd was alles vrij wel gegaan. Hoezeer zijn werkkring Fernando ook tegen de borst stuitte, had hij dien niettemin vervuld, daar hij begreep langs dezen weg alleen den meesten invloed te kunnen uitoefenen en dus, zooveel als in zijn vermogen was, kon medewerken om het lot van de ongelukkige slaven zoo draaglijk mooglijk te maken. Op den duur echter begon hem dat tegen te staan en hij zocht naar een middel om er een eind aan te doen komen.

Het was hierover dat hij met Rosita in gesprek was, terwijl

[pagina 56]
[p. 56]

de heer de Vivès en kapitein Campo juist over hem aan het spreken waren.

- Gij zegt dus, zeide Rosita, dat gij er een eind aan wenscht te maken; maar hoe dan, Fernando?

- Luister! zeide deze, ik heb na lang denken een plan gevormd. Ik wil handelaar worden, want als wij huwen wil ik, zooals gij weet, geen geld van ooms, naar mijn inzien, onrechtmatig verkregen fortuin hebben om van te leven.

Rosita knikte.

- Om te kunnen leven, vervolgde Fernando, en vooral om gehuwd te kunnen leven, moet er geld zijn, en daar wij nu, op het punt hoe dat te verkrijgen, eenstemmig zijn, is het duidelijk dat ik op de eene of andere manier in ons onderhoud moet voorzien. Ik weet geen beter manier dan handelaar te worden. Ook zonder menschen als voornaamste handelsartikel te gebruiken, zal dat wel gaan. Daarvoor vrees ik niet.

- Het zou dan ook wel ongelukkig zijn, merkte Rosita aan, als er geen eerlijke weg was om den kost te verdienen.

- Dat zou het ook, zeide Fernando. Ik wil daarom ergens hier aan de kust eene handelsfactorij oprichten, de eerste die geen slavenhandel drijft. Ik wil den vreemdelingen, in plaats van slaven, de voortbrengselen van het land aanbieden in ruil voor hunne handelsartikelen. Ik heb een plan gemaakt, dat, geloof ik, veel kans van slagen heeft. Slavenhandel is hier langs de kust overal hoofdzaak, al het andere wordt verwaarloosd. Toch levert het land vele artikelen op, die in den handel even gewild zijn als slaven. Ik heb hier voornamelijk het oog op het ivoor, stofgoud, huiden en vederen. Van die artikelen komt weinig naar de kust, veel te weinig. Dat komt daardoor, dat de handelaars van beide zijden die artikelen verwaarloozen. Ik wil niet zeggen, dat zij ze weigeren als men ze aanbiedt, maar men vraagt naar niets anders

[pagina 57]
[p. 57]

dan naar slaven en bijgevolg wordt door de inlandsche leveranciers ook aan bijna niets anders gedacht. En toch, ondanks het weinige dat hierheen komt, ben ik overtuigd dat er genoeg van te bekomen is, indien men er slechts de aandacht op vestigt en zoodra de negers zullen zien dat men voor die artikelen hooge prijzen betaalt.

- Ik bewonder uwe scherpzinnigheid en uw vernuft, Fernando! zeide Rosita.

- De groote kwestie is maar aan het geld te komen om de zaken te beginnen en om betrekkingen met eenige invloedrijke hoofden uit het binnenland aan te knoopen, zei Fernando. Wat het eerste betreft, geloof ik met een gerust geweten aanspraak te mogen maken op eene aardige som als loon voor mijne sinds jaren verstrekte diensten aan uwen vader.

- Zeker! zei Rosita, gij hebt de zaak geheel gedreven en dat zou vader heel wat hebben gekost, als hij er een vreemde voor had moeten nemen.

- Als dit bezwaar dan uit den weg is geruimd, zeide Fernando, schieten er nog slechts over de betrekkingen in het binnenland. En hiertoe zouden wij kunnen komen door ze eenvoudig op te zoeken.

- Naar het binnenland reizen! riep Rosita verschrikt uit, je in alle gevaar begeven, Fernando?

- Maar liefste! luister nu eens. Welk gevaar ligt er ter wereld voor mij in een reisje naar het binnenland; voor mij, die steeds iederen zwarte goed heeft behandeld, die er zoovelen heeft laten ontsnappen.

- 't Is waar, zei Rosita, maar......

- Kom, kom! zei Fernando, geen maren, Rosita. Het moet, willen wij ons plan verwezenlijkt zien. Zoo kan het niet blijven.

- In Godsnaam dan, zuchtte Rosita.

[pagina 58]
[p. 58]

- En later, zei Fernando, als wij eene bloeiende zaak hebben en oom te oud is om de zaken langer te drijven, of indien hij er na mijn vertrek geen lust in gevoelt ze aan den gang te houden, dan is voor ons de tijd van handelen daar en dan zullen wij hem, op verbeurte ons ooit meer te zien, wel bewegen dien onmenschlijken handel op te geven.

- God geve het, Fernando!

- Dat zal hij ook, liefste! zei Fernando. Morgen reeds spreek ik uw vader over mijne reis.

- Al zoo spoedig? vroeg Rosita.

- Hoe eer gedaan, hoe eer gelukt, fluisterde Fernando, haar kussende.

Rosita lachte slechts.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken