Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De cijfferinghe (1604) (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van De cijfferinghe (1604)
Afbeelding van De cijfferinghe (1604)Toon afbeelding van titelpagina van De cijfferinghe (1604)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.36 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Editeurs

Danny Beckers

Marjolein Kool



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De cijfferinghe (1604)

(2004)–Willem Bartjens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Het rekenboek van de beroemde schoolmeester


Vorige Volgende

Veranderingen van ghedeelten.

OM ghedeelte van Geld/ Mate en Gewicht te brenghen in rechte waarde / ofte minder aard zoo doet als volght.

 

1Item/ ⅘ van een guld. hoe veel stuy. zijnt? Multipliceert den Teller met 20 st. die een guld. doen / ende 'product divideert met den Noemer zal komen 16 stuyvers.
[pagina 164]
[p. 164]


illustratie

2Item 6/8 van een stuyv. hoe veel penn. zijnt? facit 12 penningen.
3Item 12/99 van een guld. hoe veel stuy. zijnt? facit 2 10/19 stuyvers.
4Item 6/54 van een guld. hoe veel stuyv. zijnt? facit 2 2/9 stuyvers.
5Item ⅜ van een Pont-groot / hoe veel Schellingen zijnt? facit 7 ½ schellingen.
6Item hoe veel mudden Rog heeft-men in ⅔ last? facit 9 mudden.
7Hoe veel schepels zijn ⅝ mudden? Facit 2 ½ schep. 11/13 ℔. hoe veel oncen ist? facit 13 7/13 oncen 35/76 schip ℔. hoe veel ℔. ist? facit 138 3/79 ℔.
8Hoe veel stuy. en pen. heeft-men in 9/11 guld. facit 16 stuy. 5 9/11 penningen.

illustratie

96/7 Van een guld. hoe veel stuy. ende penninghen zijnt facit 17 stuy. 2 2/7 penningen.
1013/16 Van een Pont-groot/hoe veel schel en grooten zijnt? facit 16 schel. 3 grooten.
[pagina 165]
[p. 165]
1117/19 Van een gul. hoe veel stuyv. en pen. ist? facit 17 stuy. 14 6/12 penningen.
Verandert kleyne Munte / Mate / oft ghewicht/in gedeelte van grooter spetie ofte aard/aldus.
12Item/ 16 stuyv. wat ghedeelte van een gul. ist? facit ⅘. merckt: Zoo menigh gheheel als de voorgenomen spetie in zich besiuyt / moet gheset worden voor den noemer / ende 'tgeldt datmen in alzulcken gedeelte begeert/ voor den Teller.

illustratie

13Item 12 pen. wat ghedeelte ist van een stuyver? facit ¾.
14Item 2 10/19 stuyvers wat deel ist van een gulden? Multipliceert 2 met den Noemer 19/komt 38/ daar toe addeert den Teller / die 10 is/ komt 48/ voor generale Teller/ en Multipliceert 20 stuyv: (dat een gulden is) met den voorsz. Noemer komt 300 / die stelt onder 48 / voor generale Noemer aldus 48/280/ dat abbriveert / komt 12/9$ gulden.
15Item 2 2/9 stuyvers / wat deel ist van een gulden? Facit 1/9.
16Item 7 ½ sch. wat deel ist van eē Pont-vlaams? facit ⅜.
[pagina 166]
[p. 166]
179 Mud Rog/ wat deel ist van een last? facit ⅓.
1813 7/13 Oncen/ wat deel ist van een ℔? facit $3/$3.
19138 3/19 ℔. wat deel ist van een schip-℔? facit 35/76.
20Item 16 stuy. 5 9/11 pen. wat deel ist van een gulden? facit 9/11. Reduceert 16 stuy. in pennin. en addeert 5 pennin. daar toe / komt 261 / die multipliceert met 11 / daar toe addeert 9 / komt 2880 voor uwen Teller: Reduceert 20 stuyv. in pen. komt 320 / die Multipliceert met 11 / komt 3520 voor uwen noemer / en steller al-dus: 2880/3520/ ofte is 9/$.
21Item 17 stuy. 2 2/7 pen wat deel ist van een gulden? facit 6/7.
22Item 16 schel. 3 gro. wat deel ist van een Pontgroot? facit 13/16.

illustratie

Divideert 'tghetal voor den Noemer van de broock en 'tproduct multip. met den teller.
Dese kamen oock gantsch op een ander wijse maken / te weten: multip 'tgeheel getal/ met den Teller van de broock en 'tproduct divideert door den Noemer: u facit zal even eens commen.
[pagina 167]
[p. 167]

Onderwijsinghe.

Om een ghetal te vinden / daar een ander ghetal een deel van is.

 

31Als 4 is 2/$ hoe veel ist geheel? Facit 6.

Merckt

Multipliceert 4 met den noemer 3 / ende 'tproduct divideert door den Teller 2.



illustratie

Multipliceert 71 met zijnen Noemer/ende telt dē Teller daar toe / komt 640 die multipliceert met 4 / die Teller van de voornaamste broock is: en divideert 'tproduct met 9/ komt 160 voor facit.



illustratie

39Als 36 ⅜ is 5/9 hoe veel ist geheel? Fac. 65 10/40
[pagina 168]
[p. 168]


illustratie



illustratie

42Wat getalen vindtmen waar afde ⅔ van 'teen/ zoo veel bedraaght als de ⅗ / van 'tander? Facit 9/ ende 10/ want ⅔/ van 9 / is 6 / ende ⅗ van 10 / is mede 6/ alst blyckt aant volgende voorbeeld.

illustratie

Proeve

illustratie

[pagina 169]
[p. 169]
Merct: Multipliceert de gebrokē getalē int cruys/ ende yders product multipliceert met zijnen Teller/zomen dan wil beproeven oft elck tals-broock even veel bedraaght/ zo divideert de getalē met zijnes broockx Noemer.
43Soeckt 2 ghetalen waar af de 5/9/ van 't een zoo veel bedraaght als de ⅞ van 't ander? Fac. 63 / 40.
44Vindet 2 getalen daar de 4/11 van 't een / zoo veel is als de 10/13 van 't ander? Facit 110/ 52.
45Hoe veel stuyders-penninghen/teltmen my in 2 hoopen / waar aff de 1/$ / ¼ / ⅖ / van d'een / zoo veel bedraaght/ als de ½ ¼ 3/70 van d'ander? Facit 360/ 310.

illustratie

Proeve

illustratie

46Hoe veel guldens teltmen in 2 hoopen / daar de 1/9 / ⅛ / 1/7/van d'een zo veel bedraaght als de ¼ / ⅕ / ⅙ / van d'ander: Facit 18648 guldens / ende 11460 guldens.
47Hoe veel is 5/9 guld. alsmer toe addeert 5 ¼ stuyv? Facit 16 23/36 stuyv.
[pagina 170]
[p. 170]
48Item men begeert een ghetal inder voegen zomen-der toe addeert ⅙ / ⅓ / 1/12 / dat tsamen zy 13/17 / Facit 7/12.
49Addeert de ¾ / uyt ½ ℒ. tot 7 ½ illustratie ende zeght my hoe veel ß 'tzijn? Facit 8ß 1 ½ illustratie.
50Hoe veel stuyvers zijn de ¼ uyt ½ van ⅜ guldens/ gheaddeert tot 10 stuyvers ende het ¼ uyt ¼ stuyvers? Facit 11 stuy.
51Hoe veel blyfter alsmen treckt ⅝ß van 3/10 ℒ. Facit 43/160 ℒ.
52Soecket een ghetal dat men treckt van 6 1/16/ ende dat de reste blyve 15/16? Facit 5 ½.
53Met hoe veel zalmen 25 multipliceren op dat 'tproduct zy 362 ½ / Facit 14 ½.
54Soecket een ghetal dat ghedivideert is met ⅙: tot facit geeft 3 ¾ / facit ⅝.
55Vindet my een ghetal welck ghedivideert is deur 7 ⅗ / min ½ / ende zijnen quotint gemultipliceert deur 6 3/$ / ende 2 ¼ / komme 43 6/7? Facit 36 496/4830.
56Soecket een ghetal datmen multiplicere met 9/ ende van 'tproduct substrahere 29/ datter blyve 63? Facit 10 2/9.
67Thoont eens 'tghetal daar 3 af gesubstraheert zijn/ende de reste gedivideert in 2/'t facit ghemultipliceert met 20/ zy 60? Facit 9.
58Sub. van 8/9 ℒ. 5 ß. 0 illustratie. 2 ½ myt/ datter rest 12 ß 9 illustratie 1 ½ myten.
59Sub. ⅓ uyt ¾ uyt 5 ½ guldens / van 8 2/7 guldens/ dat rest 6 51/56.
60Sub. ¾ß met ½ uyt 9 ¾ illustratie. van 17 ½ß min 9 ½ illustratie. dat de reste zy 15 ß 6 ⅝ illustratie.
[pagina 171]
[p. 171]
61Item drie Soldaten hebben te deelen 1 1/43 guld. waar af A. neemt de ½ uyt ¾. B. de ⅔ uyt 2/8 C. de ⅘ uyt ½ wat deel ontfanght elck? Facit A 2/8. B. ¼. C ⅖. etc.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken