Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 9 (onder de naam W.J.M.A. Asselbergs) (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 9 (onder de naam W.J.M.A. Asselbergs)
Afbeelding van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 9 (onder de naam W.J.M.A. Asselbergs)Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 9 (onder de naam W.J.M.A. Asselbergs)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.39 MB)

Scans (24.10 MB)

ebook (6.28 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 9 (onder de naam W.J.M.A. Asselbergs)

(1951)–Anton van Duinkerken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

II. De opkomst der hogere burgerscholen

DE WET VAN 1863 OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS gaf het aanzijn aan de Hogere Burger School, spoedig door velen beschouwd als de vertegenwoordigster van het practische vernuft, dat het speculatieve begrip ging verdringen, maar in de aanvang zeker een instelling, waar ouderwets geworden classicisme de plaats moest ruimen voor een levendige beoefening van de moderne talen. Het is voor de litteratuur van het komende tijdperk van groot belang geweest, dat nieuwe teksten uit het nabije buitenland, overigens met dezelfde vormende bedoeling, als het ware werden ondergeschoven aan de humaniora. Hierdoor wijzigde zich geleidelijk, maar afdoend, het begrip der classiciteit.

Te 's-Gravenhage kwam door splitsing van het Haagse Gymnasium op 1 Januari 1865 een H.B.S. tot stand met Dr Jan ten Brink als leraar. Hij gaf les aan Charles René Bakhuizen van den Brink, Marcellus Emants, I. Esser Jr (Soera Rana), Frans Netscher en Louis Couperus. Hun levensbeschrijvers vermelden steeds, dat Ten Brink de belangstelling voor de Nederlandse en de moderne buitenlandse letterkunde bij hen aanwakkerde. Aanvankelijk diep afkerig van het Franse realisme, kwam hij in het voorjaar van 1875 plotseling onder de indruk der kunst van Zola, die hij uitbundig prees in zijn artikelenreeks Een letterkundige Herkules in het maandblad Nederland (1876-1877), twee jaar later omgewerkt tot een boek Emile Zola. Hij was het, die Zola's werk bekend maakte aan Jean Jacques van Santen Kolff, van wie deze geestdrift weer overging op zijn oomzegger Frans Netscher. De eigenaardige werkwijze van Jan ten Brink verhinderde hem, een evenwichtige samenstelling van zijn geschriften te bereiken: steeds breidde hij artikelen tot boeken uit door ze aan te lengen. Als stylist en beoordelaar van letterkundig werk in latere jaren fel bespot door Kloos en vooral door Van Deyssel, heeft hij toch in het voorspel tot de tachtiger beweging zijn onmiskenbare rol gespeeld. Couperus getuigde van hem: ‘Hij doceert als een artist, die niet alleen de kennis omtrent het te behandelen onderwerp zijnen leerling wil inprenten, maar hem tevens de warme liefde, den gloed, dien hij er zelf voor gevoelt, poogt in te boezemen.’ Voor het

[pagina 8]
[p. 8]

Haagse genootschap Oefening kweekt Kennis trad hij herhaaldelijk met lezingen op, o.a. in 1878 over het realisme in de litteratuur, in 1881 over de Vlaamse Beweging. In 1884 werd hij hoogleraar te Leiden waar hij de empirische methode van litteratuuronderzoek ingang trachtte te doen vinden en een voorloper der vergelijkende litteratuurwetenschap werd. Te Amsterdam werd de eerste H.B.S. op 16 October 1865 in gebruik genomen. Hier studeerden Jacques Perk van Augustus 1872 tot Maart 1877, Frank van der Goes van Augustus 1873 tot Juli 1878, Willem Kloos van Augustus 1873 tot Juli 1877 en Albert Verwey van Augustus 1880 tot Juli 1882. Vandaar, dat de school haar betekenis heeft voor de tachtiger beweging. Gewoonlijk wordt die betekenis uitsluitend toegekend aan de classicus Dr Willem Doorenbos (Deersum 28 Mei 1820 - Den Haag 18 Februari 1906), schrijver van een Handleiding tot de Geschiedenis der Letterkunde, vooral van den nieuweren Tijd (1869) en medewerker aan verscheidene tijdschriften, inzonderheid aan De Nederlandsche Spectator, die te 's-Gravenhage bij M. Nijhoff verscheen en waarin Carel Vosmaer zijn Vlugmaren publiceerde. Doorenbos besprak er boeken van allerlei aard. Aan de Amsterdamse H.B.S. doceerde hij geschiedenis. Als leraar heeft hij zeker niet de bevruchtende invloed op de jongere letterkundigen gehad, hem in de meeste overzichten over de tachtiger litteratuur toegekend, doch na hun H.B.S.-tijd bleef hij zijn vroegere leerlingen steunen en heeft hij bijgedragen tot hun onderlinge kennismaking en tot hun eerste successen als auteur. Zijn schoonheidswaardering, die minder aesthetisch dan levensbeschouwelijk was, kon in de tachtiger jaren niet modern heten. Voor het naturalisme van Zola voelde hij niets. Hij was een tamelijk eenzelvig man, die de nieuwe beweging wel bewonderde, maar haar toch sterk in overeenstemming zag met zijn eigen humanistisch levensideaal. Hij wist veel en drukte zich gaarne uit in aforismen, door hun paradoxaal voorkomen opmerkelijk en pikant. Zijn algemene geesteshouding had indirect meer invloed op de jonge letterkundigen dan hij rechtstreeks uitoefenen kon door zijn schoolonderwijs of door zijn aesthetische inzichten.

Zijn collega Taco Hajo de Beer (Maarsseveen 18 November 1838 - Den Haag 12 September 1923), die in het begin van 1877 aan de Amsterdamse H.B.S. benoemd werd, begreep van de jongeren weinig, al had hij smaak genoeg om in zijn tijdschrift De Portefeuille in 1879 een zeer gunstig oordeel uit te spreken over de gedichten van Guido Gezelle, toen in Nederland nog slechts bij enkele katholieken uit de vriendenkring van Jos. Alberdingk Thijm bekend. Taco de Beer heeft op de H.B.S. Duitse les gegeven aan Albert Verwey en tezamen met Mr M.G.L. van Loghem (Fiora della Neve) stichtte hij in 1877 het weekblad De Amsterdammer, dat zes maanden later overgenomen zou worden door J. de Koo. Zijn telkens herdrukte bloemlezing uit de Engelse letterkunde The Literary Reader (eerste druk 1874) en zijn Letterkundige Geschiedenis van Duitsland (1879) bleven in de

[pagina 9]
[p. 9]

tachtiger jaren hun dienst doen als inwijders tot de letterkundige schoonheid van het buitenland. Voor de ontwikkeling van de moderne letterkunde als leervak op de H.B.S. droeg hij bij door de stichting van het tijdschrift Noord en Zuid (1876-1906), dat meer succes had dan zijn philologische tijdschriften Taalstudie (1878) en Onze Volkstaal (1881-1884). Hiernaast gaf hij nog De Portefeuille uit, waarvan het eerste nummer verscheen op 5 April 1879, toen als een ‘kunst- en letterbode’, later als een ‘weekblad, gewijd aan kunst en letteren’. Het bestond tot 1905. Bovendien redigeerde hij van 1879 tot 1886 Het Nederlandsch Tooneel, tijdschrift van het Tooneelverbond, zodat hij op vrijwel alle gebieden van taal- en letterkunde voorlichtingsarbeid verrichtte, die overigens door de tachtigers in het geheel niet gewaardeerd zou worden. Lodewijk van Deyssel noemde hem een staljongen in de litteratuur. Zijn oordeel over De Nieuwe Gids, in De Portefeuille, jrg 1885-86, blz. 447, luidde, dat de bijdragen zeer zeker de uitgave van een nieuw tijdschrift volstrekt niet noodzakelijk maakten, ze hadden gerust overal gedrukt kunnen worden. Willem Paap gaf in 1884 een satirisch verhaal uit, Bombono's, duidelijk gericht tegen Taco de Beer en wegens die al te persoonlijke strekking afgekeurd door Frank van der Goes in De Amsterdammer (Juli 1884, drie artikels), maar het werd gunstig ontvangen in De Portefeuille, jrg 1884-85, blz. 100, in een anoniem artikel, waarschijnlijk van De Beer zelf. Toch heeft hij zich nooit met de kunst van de tachtigers verzoend en hij bleef zijn vriend Fiora della Neve als hun meerdere beschouwen. Zij hebben hem met zijn overdadige propaganda voor verbetering van het taal- en letterkundig onderwijs eenvoudig ter zijde geschoven, ten dele zonder het belang van zulke arbeid te beseffen. Maar met zijn Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde van 1800 tot 1890 (Kuilenburg, 1892) heeft hij hun geringschatting grotendeels gerechtvaardigd.

Aantekeningen

Over Dr J. ten Brink als H.B.S. leraar: F. Smit Kleine, Bijlage in Jan ten Brink, Geschiedenis der Noord Nederlandsche Letteren der XIXe eeuw, Rotterdam, 1889, III, 463. H. van Booven, Leven en Werken van Louis Couperus, Alkmaar, 1933, 74.

Over Dr Willem Doorenbos: C.G.L. Apeldoorn, Dr Willem Doorenbos, Den Helder, 1948 (diss. Amsterdam).

Over Taco H. de Beer: Levensbericht M.N.L. 1924, 7 door Mr M.G.L. van Loghem. Een ‘staljongen’ werd hij genoemd door Lodewijk van Deyssel in een brief aan Verwey, 16 Mei 1888, zie: M. Uyldert, De Jeugd van een Dichter. Amsterdam, 1948, 168.

Nadere gegevens over de Amsterdamse H.B.S. aldaar blz. 55 en R.A. Kollewijn, Herinneringen, 1932 (in de handel, 1937), 111. Voorts: Eenige Mededeelingen betreffende de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus voor Jongens te Amsterdam, gedurende de eerste 25 jaar van haar bestaan, Amsterdam 1890.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken