Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos
Afbeelding van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doosToon afbeelding van titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.61 MB)

Scans (5.60 MB)

ebook (5.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan van Naarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

(ca. 1930-1940)–Julius Berstl–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Hoofdstuk IV.
Flip-Flap-Floep wordt barbiersbediende.

Flip-Flap-Floep liep zoo hard hij maar kon.

Hij had negen en negentig kadetjes in zijn maag.

Dat sterkte hem en gaf zijn spiraalveeren beenen nieuwe veerkracht.

Hij kwam in een ander land en een andere stad. Eigenlijk was het een stadje of nog beter gezegd, een klein marktplaatsje. Maar de inwoners waren trotsch op hun geboorteplaats.

Flip-Flap-Floep kneep zijn linker oog dicht, het rechter echter glinsterde oolijk als dat van een brutale musch.

‘Jullie verdienen eens flink ingezeept te worden,’ zei Flip-Flap-Floep bij zichzelf.

Zoo gezegd zoo gedaan. - Reeds stond hij op den drempel van den barbierswinkel, trok aan de schel en plaatste zich brutaal voor den langen mageren patroon, die hem verwonderd hoofdschuddend beschouwde.

‘Wenscht mijnheer zijn baard te laten scheren?’ vroeg de patroon, terwijl hij een bij het bedrijf passende potsierlijke buiging maakte. ‘Een mooien baard! Een groenen en rooden baard. Maar wel een beetje te verwaarloosd en puntig. Ook het hoofdhaar. Een prachtig volle pruik. Maar een beetje te stug en angstaanjagend.’

Aldus complimenteerde de patroon den gast naar den stoel voor den spiegel, greep ook reeds de witte werkjas, stak zijn hand in den zak ervan, om vroolijk met de schaar aan het werk te kunnen gaan.

[pagina 23]
[p. 23]

Maar Flip-Flap-Floep liet zijn eene spiraalveeren been trillen, opende verschrikkelijk wijd zijn oogen en antwoordde:

‘Wat is dat? Wat denk je wel? Raak me niet aan met je schaar... Die houdt me daar voor een van zijn onbehouwen boeren, die zich laten opknappen omdat de kermis in aantocht is! Mijn naam is Flip-Flap-Floep. Ik ben een meester in het haarknippen en scheren en reis door vele landen en steden. Omdat het me hier echter bevalt, verzoek ik u mij hier als barbiersbediende aan te stellen.’

De patroon keek ontsteld. - Eigenlijk was hij bang voor dezen kwant, die met veerende beenen in de deuropening stond, de oogen wijd opende en deed alsof hij den meester wilde opeten, inplaats van om onderdak en voeding te verzoeken.

‘Och kom,’ stamelde de patroon, niet wetend wat te antwoorden.

Maar Flip-Flap-Floep kwam vervaarlijk dicht naar hem toe, stak zijn tanden vooruit en zeide:

‘Jij vertrouwt mij dan zeker niets toe, hè? Bij alle scharen, scheermessen en zeepsop! Koningen en keizers heb ik geschoren. En jij in je beschimmeld boerennest...’

Onderwijl ging de deur open en de burgemeester in hoogsteigen persoon trad binnen. Dat is te zeggen: eerst kwam zijn buik, rond als een wijnvat, vervolgens de neus, gloeiend als een vuurtoren, en tenslotte het overige minder belangrijke: beenen, armen, hoofd en rug.

‘Scheren,’ snauwde de burgemeester en viel reeds, gelijk een overrijpe appel van den boom, in den stoel voor den spiegel. ‘Vlug, vlug, vlug,’ snauwde de burgemeester weer en zijn

[pagina 24]
[p. 24]

gezicht werd rood van toorn. ‘De ambtsbezigheden wachten. Dringende ambtszaken.’

De barbier hinkte opgewonden van het eene been op het andere. Deze klant had zijn kuren. Hij beschouwde zich zeer belangrijk, als was hij de koning in eigen persoon. Niemand kon het hem naar den zin maken. Hij was een onbeschaamde kerel.

Alleen wanneer het op betalen aankwam, viel hem plots een grap in en onder het vertellen ervan, was hij reeds buiten op straat.

Dezen keer had de barbier echter een goede gedachte.

Toen hij den opsnijdenden burgemeester het servet om den hals deed, maakte hij een beweging naar Flip-Flap-Floep en zei met een zwierige handbeweging:

‘Edelachtbare Heer Schout! - Hier hebben we een meester in het knippen en scheren, die het zich op zijn reis door vele landen en steden tot een eer zal stellen Uwe Excellentie te mogen scheren.’

De burgemeester liet uit zijn kleine, geniepige varkensoogjes een verachtelijken blik gaan over de beklagenswaardige gestalte van dien barbier. Toen hij echter de spiraalveeren beenen zag, die van ingehouden woede beefden, begon hij schaterend te lachen. Reeds stond Flip-Flap-Floep naast hem en siste, groen van woede:

‘Bij alle messen, scharen en zeepsop! Koningen heb ik geschoren.’

Toen de burgemeester deze woorden hoorde, kromp hij onderdanigst ineen en zeide:

‘Ja, wanneer je koningen geschoren hebt, kan je 't ook wel een burgemeester doen.’

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie
Daar krabde Flip-Flap-Floep er op los, dat het een lust was. Bladz. 26.


[pagina 26]
[p. 26]

Bij deze onvoorziene wending ademde de barbier weer vrijer, maakte zeepsop en overhandigde Flip-Flap-Floep het mes.

‘Toon wat je kunt,’ zei de burgemeester, zich breed neerzettend in den leunstoel.

Daar krabde Flip-Flap-Floep er op los dat het een lust was. Het schuim spatte naar alle kanten en 's burgemeesters wang kwam glad als een appel te voorschijn.

‘Nu den anderen kant,’ snauwde de burgemeester. ‘Maar het is maar dat je het weet: Betaling komt hier te lande niet voor, wanneer je de eer geniet een burgemeester onder het mes te hebben.’

‘O, jouw deugniet van een dorpsschout!’ dacht Flip-Flap-Floep bij zichzelf. ‘O, jouw duitendief! Blijf dan maar ongeschoren.’ Hij boog eventjes door in de knie en was in hetzelfde oogenblik ook alweer veerend als een gummibal buiten op straat gekomen, terwijl hij, behalve het scheermes in de rechterhand, nog de roode punt van 's burgemeesters neus in de andere hield, die hij hem in zijn woede had afgesneden.

In den barbierswinkel zat Zijne Excellentie zonder neuspunt, met knikkende knieën van angst.

‘Hij heeft mijn neus meegenomen! - Leef ik nog? - Hier met dien vent! - Hier met dien vagebond!’ brulde hij stampvoetend. ‘Daar zal hij voor boeten.’

Maar Flip-Flap-Floep was allang over de bergen heen verdwenen. Aan den rand van het woud stond hij, ijverig bezig als een stekkenpoter, den neus van den burgemeester in de aarde te planten.

‘Misschien staat hier het volgend jaar een reuzen neuzenboom!’ riep Flip-Flap-Floep gierend van het lachen uit.

[pagina 27]
[p. 27]

Daarna echter vond hij 't toch maar het beste zich zoo snel zijn beenen zulks toelieten uit de voeten te maken, want met de woede van den burgemeester viel nu eenmaal niet te spotten.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken