Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos
Afbeelding van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doosToon afbeelding van titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.61 MB)

Scans (5.60 MB)

ebook (5.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan van Naarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

(ca. 1930-1940)–Julius Berstl–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Hoofdstuk VII.
In Klimperhagen is kermis.

Er was muziek, jool en spektakel in Klimperhagen.

Hoem-ta-ta... Hoem-ta-ta... deed de bas... tirelireli... de fluit. Maar van de zware pauken hoorde je niets anders dan boeng... boeng... boeng... boenggg... Voor het koffiehuis stonden de boeren en den dikken waard liepen de droppels over het voorhoofd, zoozeer was hij in de weer om al de dorstige kelen te laven.

Op de markt stonden de kermiskramen... En de kunstenmakers, goochelaars en koorddansers schreeuwden en riepen door elkaar om de voorbijgangers hun grappige en leuke zaken aan te prijzen.

Voor de kinderen waren er schommels en draaimolens en voor de ouderen de draaiborden om hun geluk te beproeven. De kermislui stonden er met blinkende en glinsterende dingen uit alle mogelijke streken. En de zakkenrollers, die zich in het gedrang best thuis gevoelden, maakten eveneens goede zaken. Toen de vroolijke stemming zijn hoogtepunt bereikt had, kwam Flip-Flap-Floep met de leeren broek onder zijn arm het stadje binnen.

Wat lachten de kinderen toen ze den grappigen man in het oog kregen. Hoe staken de grooten het hoofd bij mekaar en wezen hem met den vinger na.

‘Nu zullen jullie wat te zien krijgen!’ riep de waard en dacht al aan den een of anderen koorddanser of goochelkunstenaar. Maar Flip-Flap-Floep maakte geen aanstalten zijn

[pagina 39]
[p. 39]


illustratie
.... en stelden zich in een kring om Flip-Flap-Floep en de tooverbroek. Bladz. 40.


[pagina 40]
[p. 40]

kunststukken te toonen. Hij slenterde op zijn gemak over het plein langs de kramen en keek naar de kunsten van de anderen.

‘Misschien is hij uit verre landen gekomen,’ zei de dikke waard en veegde zich het zweet van zijn hoofd. ‘Men zou het wel denken, gezien zijn bonte lappenkleed.’

Maar daar bleef Flip-Flap-Floep aan de trap van het raadhuis staan en riep: ‘Wat is dat nou? Wat is dat?... Het is me ook wat! - Koorddansers, vuurvreters, duikelaars...!? Och, jullie met je kunstjes, ziet hier wat ik kan...!’

Daarop haalde Flip-Flap-Floep de leeren, nietige broek van den schrijnwerker van onder zijn arm vandaan, zette haar voor zich op de straatsteenen, maakte den bovensten knoop los en liet haar voor aller oogen dansen. Wat waren de boeren, burgers en buitenlui, de vrouwen en kinderen verbaasd over de kunstvaardigheid van de dansende broek. Van alle kanten kwamen ze aangeloopen en stelden zich in een kring om Flip-Flap-Floep en de tooverbroek.

Niemand had nog zin om naar de kunsten van de koorddansers, goochelaars, clowns en kwakzalvers te kijken. Maar hier stonden ze lachend en overgelukkig, geheel verdiept, te kijken naar de broek die als een echt, levend wezen waardig en potsierlijk tegelijk over de bestrating wiegelde.

‘Brrrr!’ zei Flip-Flap-Floep, greep naar de broek en knoopte den bovensten knoop weer toe.

Daar hield de broek op te dansen, helde over en viel zijn heer en meester stijf in de armen.

Flip-Flap-Floep keek de toeschouwers met brutale musschenoogen aan, hield zijn hand op en ging rond in den kring om de geldstukken van de gulle gevers te ontvangen.

[pagina 41]
[p. 41]

Toen hij korten tijd daarna het koffiehuis binnentrad, om zich aan het bier met de worst en de kool te goed te kunnen doen, liet hij zijn hand verheugd in den zak glijden. Die was gevuld met geldstukken dat het een lust was!

De boeren die op de banken zaten, kropen een beetje terughoudend achteruit, toen Flip-Flap-Floep binnentrad. Misschien stond hij wel in betrekking met den duivel. Of misschien was hij de duivel zelf wel. Je kon nooit weten! In ieder geval hadden



illustratie

zij van hun leven nooit zulk een vreemden kwant met groenen en rooden baard, met woest haar en zoo fonkelende oogen gezien.

De waard bracht Flip-Flap-Floep de grootste worst die hij maar in de keuken te pakken kon krijgen, en daarbij een berg zuurkool, zooals men zelfs in Luilekkerland niet vinden zou. Dat alles zette hij vol waardigheid voor den vreemden baas neer, vergat ook niet een kruik schuimend bier te laten aanrukken en sloeg hem minzaam op den schouder, terwijl hij riep:

‘Wel bekome 't u, mijnheer de tooverkunstenaar!’

Toen Flip-Flap-Floep echter gegeten had en zich behaaglijk in een hoek neerzette, terwijl hij de broek veilig onder zijn arm klemde, trad daar de waard weer voor hem en sprak, terwijl hij een potsierlijke buiging maakte: ‘Met uw verlof!’ waarna

[pagina 42]
[p. 42]

hij naast zijn beroemden gast ging zitten en onderdrukt sprak, terwijl hij de dansbroek met teedere blikken streelde. ‘U bevalt mij, mijnheer, met uw groenen en rooden baard, uw zeldzame beenen en uw nog zeldzamer broek. Wat zou je ervan zeggen, het voortaan steeds met mij en mijn huis voor lief te nemen? Ik wil je je heele leven lang huisvesten en verplegen. En dat alles voor niets, begrijp je. Slechts een kleinen wensch had ik dien u mij vervullen moet, de wonderbroek, de dansbroek maakt u mij over. Ik ben bijna verliefd geworden op dat grappige ding. Ze kan dag in dag uit in de gelagkamer dansen en zoodoende de gasten lokken. Wanneer ik echter denk dat u zou besluiten morgen weer op te stappen om mij niet meer onder de oogen te komen, ja werkelijk, dan zouden de zilte tranen me over de wangen loopen van smart.’

En daarbij schoten den dikken waard werkelijk reeds de tranen in de oogen en hij legde geroerd zijn armen om den vreemden duivelskunstenaar en klopte hem steeds maar weer op zijn schouders.

Flip-Flap-Floep zat daar met vooruitstekende tanden en stekenden blik. ‘O, jouw dik gedrocht,’ dacht hij bij zichzelf. ‘Hoe kan ik je een goede poets bakken.’ Hij keek denkend voor zich uit, leunde met het hoofd in zijn handen en toonde zijn glimmend gebit.

‘Het bier was goed,’ zei hij minzaam. ‘De worst en de kool niet minder. Ik moet me werkelijk voor uwe gastvrijheid erkentelijk toonen. Maar de broek kan ik u niet geven. Die broek is een erfstuk van overgrootvaders kant. Die broek is mij heilig.’ Hij bewoog zijn tong van den linker naar den rechter mondhoek, en de oogappels liet hij dreigend van rechts

[pagina 43]
[p. 43]

naar links rollen. De waard deed zeer bedroefd, doch ondanks dat hingen zijn blikken begeerig aan de broek waarin hij geluk en rijkdom zag. De blikken van den waard ontgingen Flip-Flap-Floep niet. Hij floot door de tanden en zeide geheimzinnig: ‘Die broek is 't em niet. Hebt u ook niet een knappe broek van herteleer en glanzend in de zitting, een broek waarop u trotsch bent, mijnheer de waard? Het komt er maar op aan de juiste tooverspreuk te hebben en hij danst voor u op dezelfde manier als mijn broek.’

Stomverbaasd opende de waard zijn mond: ‘Kom over de brug met die spreuk!’ riep hij begeerig.

‘Ja maar baasje, daar zit nog wat aan vast,’ antwoordde Flip-Flap-Floep. ‘U moet midden op de marktplaats gaan staan... en... de broek voor de oogen van de gansche wereld uittrekken.’

Flip-Flap-Floep lachte sluw.

De waard krabde zich achter zijn oor en riep: ‘Alle menschen! - Een zuur stuk werk! Als men mij maar niet uitlacht?’ waarop Flip-Flap-Floep zei:

‘Het lachen moet u op den koop toe nemen. Wie 't laatst lacht, lacht het beste. Als eerst de broek maar danst en het geld in uw kast rinkelt...’

‘Natuurlijk, zeker,’ sprak de waard opgewonden. ‘Laten we direct aan den arbeid gaan.’ En hij trok Flip-Flap-Floep met zich mee op de met volk overstroomde marktplaats. ‘Aan het werk,’ steunde de waard en liet zijn broek voor het oog van iedereen vallen.

‘Wat nu?’

De menschen kwamen verbaasd en belust op sensatie aan-

[pagina 44]
[p. 44]

geloopen en verdrongen zich om den waard, die nu op klaarlichten dag in zijn onderbroek op de markt stond.

‘Wat nu?’

Flip-Flap-Floep stak zijn spits gezicht vooruit en antwoordde: ‘Nu moet u de tooverspreuk opzeggen:

 
Hokus Pokus broek van leer
 
Dans steeds keer op keer
 
Hokus Pokus Pilatus Pas
 
Dans toch meer, steeds meer.

U zult eens zien hoe ze dan begint te dansen.’

De dikke waard stond daar zweetend op de marktplaats en deed zijn best zich de tooverspreuk in te prenten.

Schreeuwend en lachend drongen de menschen om hem en zijn broek, die het dansen zou leeren, heen. Flip-Flap-Floep vond 't echter het beste zich allengs terug te trekken teneinde het juiste oogenblik te kiezen om den toorn van den beetgenomen waard te ontgaan. Daar stond nu de dikkerd en terwijl de wind afkoelend om zijn onderbroek blies, stamelde hij:

 
‘Hokus Pokus broek van leer
 
Dans steeds keer op keer,

met begeerige blikken naar de broek kijkend, die jammerlijk op de straatsteenen liggen bleef.

 
Hokus Pokus Pilatus Pas
 
Dans toch meer, steeds meer...’

ging hij steeds opgewondener, over zijn woorden vallend, verder en de oogen traden hem, als waren het glazen kersen, bijna uit de kassen.

[pagina 45]
[p. 45]

Doch de broek op straat bewoog zich niet. Zij dacht er in het geheel niet aan zich te bewegen, laat staan op te staan en voor al het volk te dansen.

Wat jubelde en hoonde de tezamen gestroomde menschenmassa. De waard draaide zich echter om en schreeuwde: ‘Waar is de gauwdief, de bedrieger, de zwendelaar?’

En hij bemerkte nog juist hoe Flip-Flap-Floep moeite deed om achter den dichtstbijzijnden hoek te verdwijnen. Maar Flip-Flap-Floep had in zijn groot leedvermaak niet aan het gedrang van de menschen gedacht. Als een muur omringde hem de levende massa, hem den tijd niet gevend, snel het hazenpad te kiezen. Met een enkelen sprong was de waard bij hem en greep nog net een been van den schalk, toen deze er over nadacht zich door een sprong over de menschen heen in veiligheid te brengen.

‘Heb ik je?... Heb ik je?’ hijgde de waard, hem heen en weer trekkend. Maar daar hij zoo trok, werd het been van den gekken kwant langer en langer, totdat Flip-Flap-Floep op den grond viel en met tranen van woede weeklaagde: ‘Wat moet ik, arme duivel, nu beginnen? U hebt mij mijn eene been uitgerekt dat het ongeveer twee meter langer is geworden dan het andere. Nu moet ik mijn leven lang door de wereld strompelen, een arme verminkte, op wien de honden jagen.’

De waard krabde zich achter het oor toen hij zag wat voor een onheil hij gesticht had. ‘Vlug een dokter!’ gromde hij. ‘De schade moet hersteld worden.’

‘Wat helpt mij een dokter?’ weeklaagde Flip-Flap-Floep. ‘Zie toch mijn spiraalveeren beenen. Is er dan geen horlogemaker in de plaats die met spiraalveeren kan omgaan?’

[pagina 46]
[p. 46]

Daar ademde de waard, die reeds dacht een duur gelag te moeten betalen, weer vrijer op. ‘Natuurlijk hebben wij hier een horlogemaker,’ riep hij. ‘Maakt plaats, opdat ik den gewonde naar de plaats van bestemming breng!’

Met deze woorden nam hij den strompelenden Flip-Flap-Floep onder den arm en verwijderde zich met hem, steeds nog in onderbroek, waaromheen afkoelend de wind blies.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken