Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos
Afbeelding van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doosToon afbeelding van titelpagina van Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.61 MB)

Scans (5.60 MB)

ebook (5.47 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jan van Naarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Flip-Flap-Floep. De geschiedenis van een duveltje uit de doos

(ca. 1930-1940)–Julius Berstl–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

Hoofdstuk XI.
Wat Wendelin met den wonderbril beleefde, en hoe het Flip-Flap-Floep met de vroede vaderen verging.

Tegen den morgen ontwaakte Wendelin verkwikt en kroop in het dwaze lappenkleed. Daar het echter nog te vroeg was om Flip-Flap-Floep te wekken, herinnerde hij zich plots den bril die naast het bed op den stoel lag, zette hem op den neus en trad aan het venster.

De nachtwacht kwam juist voorbij om zich na zijn volbrachten rondgang de welverdiende rust te geven.

Maar hoe groot was zijn verbazing toen hij tot de ontdekking kwam dat hij door middel van den bril den zich van niets bewusten man tot diep in het hart kon kijken. En daar zag hij dat deze nachtwaker heelemaal geen voorbeeld van goede waakzaamheid was. Als alles in de stad sliep, had ook hij de gewoonte 't zich in de schaduw van den kerktoren gemakkelijk te maken, zijn kruikje uit den zak te trekken, het met welbehagen uit te drinken, om dan zoo lang naar het land der droomen te verhuizen tot het eerste hanengekraai hem aan zijn verzaakten plicht herinnerde. Hoofdschuddend keek Wendelin hem na, tot hij sluw gichelend om den hoek van de straat verdween. Daar kwam reeds fluitend van den anderen kant een bakkersjongen aangeloopen. ‘Wij moeten toch eens zien,’ dacht Wendelin, ‘hoe het met dezen gesteld is!’ En hij richtte de brilleglazen op het hart van den voorbijganger. ‘Lieve hemel, dus zoo zag 't er in het hart van den bakkersjongen uit. Van het koekdeeg snoepen was de kunst van dezen bakkersknecht.

[pagina 66]
[p. 66]

De suikerbrooden uit de lade van den meester wegkapen was het grootste genoegen van den knecht. De zoete melk uit de kan van de bakkersvrouw drinken, dat was de deugdzaamheid van dezen bakkersknecht.’ Hoofdschuddend en bedroefd trad Wendelin van het venster terug. ‘Dat is een zeldzame scherpe bril,’ dacht hij, en wilde hem al haastig terzijde leggen.



illustratie

Tegelijkertijd viel hem in: ‘Ik wil toch zien of mijn heer al wakker is.’ En hij betrad, nog steeds met den bril op den neus, de pronkkamer waarin Flip-Flap-Floep zijn rust genoot.

Daar lag nu Flip-Flap-Floep en stak in zijn slaap de tanden vooruit. En zijn adem maakte een geluid als het gefladder van vleermuizen.

‘Alle menschen!’ dacht Wendeling en hij schrok, toen hij het hart van den slapende door den bril heen leerde kennen. ‘Zoo zie je er dus uit? Jou onverlaat... jou boosdoener... zonder goedheid en naastenliefde. Wil jij de menschen, je broeders, alleen maar kwellen en uitzuigen, zoek dan maar een anderen kameraad en reisgeleide. Ik wil mijn handen niet door jouw gemeene streken besmeuren.’

Daarop stond hij in beraad, de kleeren die Flip-Flap-Floep

[pagina 67]
[p. 67]

nu droeg zich weer toe te eigenen en hem het lappenkleed waarin hij zelf stak achter te laten.

Daarbij zuchtte hij diep: ‘Ik wil door een snelle vlucht dezen ondeugd ontloopen.’

Maar daar sloeg Flip-Flap-Floep zijn armen boven het dek en ontwaakte tegelijkertijd. Wendelin had nog juist even tijd den bril in den zak van zijn lappenkleed te verbergen.

Flip-Flap-Floep geeuwde luid en trilde toornig met het eene spiraalveeren been.

‘Laat de raadsleden komen!’

Er bleef den jongeling niets anders over dan het bevel van zijn zelfgekozen heer op te volgen.

De burgemeester en de raadsleden kwamen hijgend van het snelle loopen aan en bogen diep. ‘Wij hopen in ootmoed dat zijne prinselijke hoogheid een rustigen nacht heeft gehad!’ waagde, van angst bevend, de burgemeester te stamelen.

Maar Flip-Flap-Floep doorpriemde hem met zijn piekoogen en schreeuwde: ‘Ik heb slecht geslapen, erbarmelijk slecht geslapen, ellendig geslapen! Wat hebben jullie hier voor verfoeilijke bedden dat het iemand steekt en knijpt aan alle kanten?’

Des burgemeesters knieën knikten van angst. ‘Met uw verschooning, hoogheid,’ prevelde hij, ‘de bedden zijn meestal goed in onze stad.’

‘Och wat,’ schold Flip-Flap-Floep, die gedroomd had dat de dikke waard hem beide beenen had uitgetrokken. ‘U zult mij schadevergoeding moeten geven. Duizend gulden en wel direct.’

Nu vielen ook alle raadsleden van angst op de knieën en de burgemeester jammerde: ‘Het geld! Het goede geld! Ons zuur verkregen geld!’

[pagina 68]
[p. 68]

Ineens sprong Flip-Flap-Floep uit bed, knikte door in de knieën en floepte op zijn spiraalveeren beenen in de hoogte tot hij met zijn wilden haardos het plafond van de kamer raakte.

‘Willen jullie betalen? Willen jullie soms niet betalen?’

‘Wij willen, wij willen,’ riepen de vroede vaderen ontzet in koor. En de schatkistbewaarder liep, zoo snel zijn beenen hem dragen konden, om het verlangde geld uit de stadskas te halen.

Flip-Flap-Floep stak zijn tanden vooruit toen hij den gevulden buidel in de hand woog.

‘Jullie kunnen me aankleeden,’ riep hij de raadsleden een beetje beter geluimd toe. ‘Maar haast u! Wij moeten verder reizen.’

Toen Flip-Flap-Floep een uur later, begeleid door Wendelin de stad had verlaten, ademden burgemeester en raadsleden verlicht op wegens het gelukkig geëindigde hooge bezoek, zij 't dan ook dat de schatkist in een enkele hand-omdraai duizend gulden armer was geworden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken