Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Echos weder-klanck (1706)

Informatie terzijde

Titelpagina van Echos weder-klanck
Afbeelding van Echos weder-klanckToon afbeelding van titelpagina van Echos weder-klanck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.62 MB)

ebook (4.55 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Echos weder-klanck

(1706)–Cornelis de Bie–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina t.o. 188]
[p. t.o. 188]


illustratie
Den WEGH der DEUGHDEN naer D'EEUWIGHEYT door C.D. Bie


[pagina 189]
[p. 189]

Leer-gierich ondersoeck

BLY-EYNDICH TREUR-SPEL.

OP DEN SIN:

 
Die sijne kranckheydt kent, sijn af comst en gheslacht
 
En waer hy gaet oft staet, gheluckigh is gheacht.
[pagina 191]
[p. 191]

Inhoud der historie.

 
DIe hier wel comt te pas, waer uyt ick can bewijsen
 
Hoe Hemelrijck de Deught in haere wercken is
 
De sonde schroomelijck, en weerdt om te misprijsen
 
Door haer quaetaerdicheyt, die de ghelijckenis
 
Heeft van een helsen draeck (De deught van Godt verheven
 
En al te hoogh gheacht) om haer Aenminnicheyt
 
Is als een Sonne strael, ghelijck het heylich leven
 
Van Astion bewijst: hoe hy de salicheyt
 
Heeft door de deught alleen tot sijn gheluck ghevonden
 
Als hy verlicht wert in't Gheloof, en kennis creegh,
 
Van Godt daer t'al van comt, verfoyende de sonden
 
Daer hy van suyver was, waer door den duyvel sweegh.
 
En nam daer van de vlucht, dat ieder moet beweghen
 
Gheloovende in Godt, hoe sulcken siels gheluck
 
Wort door t'gheloof alleen en door de deught vercreghen
 
En door de sonden t'vuur der hellen vol van druck,
 
Vol onbermherticheyt onlijd'lijck te verdraeghen
 
Voor eeuwich sonden eynd' daer weenen suchten, claghen
 
En kermen niet en helpt, wie sou dan schouwen niet
 
De sonden, daer van comt sulck lijden en verdriet.

T'is dan soo: dat den tijde vanden Keyser Diocletianus binnen Roomen woonde een voor treffelijck Edelman uytstekende in schoonheyt als eenen tweeden Absolon toch sonder kennisse der Christelijcke waerheyt in't gheloof, mits dat hy was een Heyden ghenoemt Astion en om sijn volmaeckte schoonheyt de Perel van het landt, den welcken eenen naturelijcken afkeer ghecreghen hebbende van des Wereldts ydelheyt en Hofsche pluymstrijckerijen, niet anders trachtende als te kennen den wegh van t'eeuwich leven en die te vinden door hem die al watter is heeft gheschapen: om dat hy niet en wist wie hy was, en gheloovende te wesen eenen man van Almoghentheyt sonder ghelijckenis, waer voor hy veel Christenen hun bloet had sien vergieten. Ontmoet by gheval een werelijck Priester van heylich leven by naem

[pagina 192]
[p. 192]

Epictetus, die hy niet en kende, en van den selven daer naer bekeert en ghedoopt wordt.

Sijn Ouders middeler-tijdt niet wetende waer hunnen eenigen Sone ghebleven was, soecken den selven met groote droefheyt, maer niet vindende, verstaen van eenen Schipper: dat hy van iemandt te weten Epictetus verleydt en over zee ghevoert was naer het landt van Schytien: alwaer sy deden soodanighe mirakelen in't bekeeren der Heydenen dat sy van d'ongheloovighe worden aenghesien voor toovenaers, verraden ghevanghen en beschuldicht by den Stadthouder des Keysers ghenoemt Latronianus een groot Tiran, die hun aendoet veel tormenten, en ten lesten onthoofden.

De ouders van Astion vol onrust en quellingh om t'verlies van hunnen Sone, sonder te weten waer hy was, en ten lesten verstaen hebbende van sekeren Pellegrim (die dese twee Martelaers inde Stadt by naem Aldrindentium onder Schytien had' sien geesselen en noch leefden, voornemen samen over zee te reysen om hem aldaer te vinden, en alsoo den Onder-stadthouder van Latronianus van edel Heydens Ridder ghenoemt Vigilantius sich met sijn egemael en twee kinderen had' laten bekeeren van dese twee Martelaers en door Epictetus heymelijck ghedoopt waren blijvende dyen niet tegenstaende in schijn van Heyden, wort door den Geest van Astion (naer dat hy om t'Christen Gheloof onthooft was) verwittight: hoe dat sijn voorschreven Ouders in Schytien ghelandt waeren, die Vigilantius met een bly ont-haelingh ontfanghen en bewelcomt heeft als wanneer hy oock aen de selve Ouders de twee onthoofde lichaemen van Astion en Epictetus (die hy bedecktelijck van het schavot gehaelt en in sijn huys verborghen had) verthoont heeft, de welcke verresen sijnde, d'Ouders omhelsen en aen hun de Hemelsche glorie ontdeckt hebben: waer door de selve Ouders oock bekeert en vanden Heylighen Donasius heymelijck ghedoopt, en daer naer inde waerheydt van t' Rooms gheloof ghestorven sijn. Ghetrocken uyt het Boeck des Oud Vaders in't beschreven Leven van de Heylighe Epictetus en Astion.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken